Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 17-07-2021

van Utrecht zijn

betekenis & definitie

(18e eeuw) (Barg.) homoseksueel zijn. Oorspr. studentenslang. Vergelijkbare uitdrukkingen zijn: een Utrechtenaar draagt zijn broek achterstevoren; hij is van achter de Dom* (volgens Endt en Frerichs (Bargoens Wdb.) zou de hoogopstaande toren een metafoor zijn voor het mannelijk lid. Utrechtenaar is een slangwoord voor `een homoseksueel'. De Domstad heeft al eeuwenlang een reputatie op het gebied van sodomie. Bij de onderhandelingen over de vrede van Utrecht (in 1713), waarmee een einde moest worden gemaakt aan de al lang aanslepende Spaanse successieoorlog, namen calvinistische inwoners van de stad aanstoot aan het openlijk homoseksueel gedrag van de buitenlandse diplomaten. Sodomie zou toen welig hebben getierd. Harrebomée neemt Utrechtenaar ook op als biljartterm (!): men zegt dit bij het biljarten, wanneer een bal van achteren geraakt wordt. Pieter Koenders, in "Homoseksualiteit in bezet Nederland: verzwegen hoofdstuk" (1983) suggereert dan weer dat de uitdrukking ontstaan is in 1730, toen uit de bekentenissen van Zacharias Wilsma bleek dat er door de hele Republiek heen een netwerk van homoseksuele relaties bestond (geciteerd door Joustra 1988).

• (Enno Endt & Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974)
• (Arendo Joustra: Homo-erotisch woordenboek. 1988)
• (Robert Henk Zuidinga: Eroticon: het ABC van de erotiek. 1990)
• (M.A. van den Broek: Erotisch spreekwoordenboek. 2002)
• (Ewoud Sanders: Allemaal woorden. 2005) p. 130 en 131
• (Marinus A. Van Den Broek: Boeren, burgers en buitenlui spreekwoordelijk geportretteerd. 2013) p. 155