Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 16-07-2021

speed

betekenis & definitie

(1960+) (Eng.) (drugs) pepmiddel, wekamines, chemische stoffen die stimulerend werken op het centrale zenuwstelsel. Zo genoemd omdat amfetamines het reactievermogen vergroten (to speed up). Speed doet de eetlust verdwijnen, de pols versnellen, de bloeddruk verhogen en de vermoeidheid verdwijnen. Langdurig gebruik kan evenwel tot totale uitputting leiden. Verkrijgbaar als pil of in poedervorm en wordt geslikt of gesnoven. Bij het laatste treed de werking al in na enkele minuten. Vaak wordt speed vermengd met andere stoffen. De gebruiker weet dus vaak niet wat hij slikt. Eenmaal uitgewerkt, neemt de eetlust toe, waardoor een soort katergevoel kan ontstaan. Syn.: amf*.

• Vandaag speed even vitaal als geheimhouding. Overleving hangt af van speed. (C.B. Vaandrager: De reus van Rotterdam. Stadsgeheimen. 1971)
• Ik spoot speed. (Simon Carmiggelt: Gewoon maar doorgaan. 1971)
• Topless meisjes beginnen als op een afgesproken teken op de tribunes en op het middenplein stuff te verkopen en speed, leuk verpakt in piepkleine doosjes met fotootjes van Clay en Nikson erop. (Kees Simhoffer: Een geile gifkikker. 1973)
• .... ik wil speed kopen, geen krat bier leegzuipe.... (C. B. Vaandrager: De Hef. 1975)
• De speed kwam meestal van Eddie Bernie, die het zelf maakte. (Johnny van Doorn: De geest moet waaien. 1977)
• Geen kruimeltje speed gebruikt vandaag, maar daarom kan ik nog wel 'speedy' zijn. (Vrij Nederland, 23/05/1987)
• Toen ze van speed niet snel genoeg slanker werd, probeerde ze het maar eens met heroïne. (Elsevier, 19/11/1994)
• Speed en pep zijn straatnamen voor 'wekaminen', chemische stoffen - drugs- die stimulerend werken op het centrale zenuwstelsel. (Trouw, 03/04/1996)
• Speed versnelt je spijsvertering, na een lijntje moet je poepen. (Renee Kelder: De parttime-junkie. 2014)
• Speed heeft twee grote nadelen: het is zwaar verslavend en extreem ongezond. Het veroorzaakt angst, hoge bloeddruk en slapeloosheid. (Marcel Groenewegen: Armand. En nou ik. 2016)
• Een restant speed dat in je neus is blijven hangen, schiet door, vanuit je gehemelte in je mond. (Wibo Kosters: Radio transzoeloe. 2019)