Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 25-06-2023

schutter

betekenis & definitie

(19e eeuw) half glas bier of sterke drank. Zo genoemd omdat een schutter (d.i. een lid van een burgerlijk verdedigingscorps) als militair niet voor vol wordt aanzien.

• Schutter (Een -, (rest.), een half glas bier. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
• In de koffiehuizen werden sterke drank en de samenstellingen daarvan veelal anders aangeduid dan op straat; kellners waren nog geen jongens van de vlakte. Maar er bleef ten dezen verschil bestaan tusschen de aangenomen kunsttermen, in de groote koffiehuizen gangbaar. Ettelijke daarvan luidden: Torpedo, voor cognac met spuitwater; sociaal, of Rotterdamsche kermis, voor bessenbrandewijn met suiker; zoopie, voor cognac met water; schutter, voor een half glas bier; uitgeknepen kogel voor een uitgeknepen citroen met een kogelfleschje spuitwater; een Sohaepmannetje, voor een glaasje jenever; een Travaglinootje, voor een klein glaasje advocaat (Travaglino was de naam van een Kamerlid, dat zich onderscheidde door een klein postuur). (De courant, 18/03/1911)
• Sterke drank heet huppelwater, ook wel slingerolie. Een schutter is een half glas bier of sterke drank, een werkeloze een groote borrel voor 5 cent, dus heel wat anders dan een katteborrel, een glas melk, uit een kattekroeg, spotnaam voor melkhuizen, waar de kattendrank bij uitnemendheid verkocht wordt. (De Sumatra post, 01/07/1914)
• Een schutter is een half glas bier of sterke drank, een werkelooze een groote borrel voor vijf cent, dus heel wat anders dan een katteborrel, een glas melk uit een katte kroeg, spotnaam voor melkhuizen, waar de kattedrank bij uitnemendheid verkocht wordt. Een kopje koffie wordt in de Amsterdamsche volkstaal, die van krachttermen houdt, een bak leut (eig. pret, plezier; vgl. een kommetje troost (= verkwikking). (Vragen van den dag. Maandschrift voor Nederland en koloniën, 01/01/1918)
• schutter, Ook als benaming voor een half glas bier of drank. // Geef me maar 'en skutter. Evenzo te Amsterdam. (G.J. Boekenoogen en K. Woudt: De Zaanse volkstaal. 1821-1971)
• schutter, half glas bier of sterke drank (ook in de Zaanstreek); heeft ermee te maken dat een schutter als militair niet voor vol werd aangezien. (Nicoline Sijs en Joep Kruijsen: Honderd jaar stadstaal. 1999)