Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 19-04-2021

schuier

betekenis & definitie

(18e eeuw) (Barg.) mes. Syn.: galf*; koeter*;kortjan*; kout*; nifterik*; nijf*; opsteker*.

• Mes: Schuyer, 't kout, een koeter. (Nicolas Racot de Grandval: Nederduitsch en Bargoens woordenboek. 1743)
• (Isidoor Teirlinck: Woordenboek van Bargoensch. 1886)
• (H. de Seyn-Verhougstraete: Het Bargoensch van Roeselare. 1886)
• (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)