Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 18-04-2021

schrijven

betekenis & definitie

1) (1996) (graffitispuiters) graffiti aanbrengen.

• Het is drie uur 's nachts in Den Helder. Jos (22), Kern (25) en Gel (22), drie graffiti-schrijvers, lopen langs het spoorwegstation op zoek naar een goede trein om op te 'schrijven'. Want graffiti-liefhebbers praten niet over spuiten, ze spreken van schrijven. (Nieuwe Revu, 07/08/1996)

2) (1985) (beurs) verkopen van een optie.

• Na het aflopen van de januari series kan overwogen worden rustig af te wachten tot de strangle winst oplevert óf de beide long posities kunnen gebruikt worden als dekking voor het 'schrijven' (dat is het verkopen) van de call en de put april 55. (NRC Handelsblad, 14/12/1985)