Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 18-04-2021

schoorsteenveger

betekenis & definitie

(1950+) (euf. of sch.) man die neukt. Een begrip dat vooral opduikt in de scabreuze volksliedjes. Uit een hit van Dikke Leo volgende regels: 'Hup zei m’n simmetje daar gaat ie weer/ door de schoorsteen op en neer.' Vgl. Fr.: Un ramoneur de cheminées. Zie ook: schoorsteen*.

• Als we willen neuken halen we een matras uit een van de kleine kamertjes en leggen dat voor de kachel. Mijn tafel voor het raam met uitzicht, ... Op de jukebox draaien we van Dikke Leo 'De schoorsteenveger'. (Jan Wolkers: Dagboek 1969. 2009)