Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 11-10-2021

scherpschutter

betekenis & definitie

(19e eeuw) (sold.) gulzigaard.

• Scherpschutter, (mil.), een veelvraat, iemand, die veel honger heeft; ook een wellusteling. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
• Scherpschutter: een veelvraat; iemand die veel honger heeft. Ook een wellusteling. (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel II. De sociologische structuur onzer taal II. 1914)
• Wie haastig eten uit een pot schept, maakt daarbij een beweging die wel wat op roeien lijkt. Het is dus niet vreemd dat haastig en vooral veel eten ook roeien genoemd wordt: Kijk die ereis roeien! Maar wat is een regimentsroeier? Iemand die buitengewoon veel eet; maar een divisieroeier wint het nog van hem. Zoo’n scherpschutter (iemand die altijd honger heeft) wordt licht een opsluiter (klaplooper). (De Amsterdammer, 01/10/1932)

< >