Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 09-04-2021

samen voor ons eigen

betekenis & definitie

(1981) gevleugelde kreet waarmee Jacobse en Van Es (twee typetjes van Kees van Kooten en Wim de Bie) met hun Tegenpartij de politiek wilden ingaan, daarmee de nadruk leggend op eigen belang.

• Vooral in Den Haag, maar ook in andere gemeenten in ons land hebben de verkiezingsaffiches van de politieke partijen ernstige concurrentie gekregen van het opwekkingspamflet van De Tegenpartij met de inmiddels vermaarde leuze „Geen gezeik, iedereen rijk". De heren F. Jacobse en Tedje van Es (nog maar. even voor de zekerheid: een tv-creatie van Kees vari Kooten en Wim de Bic), die uitgaan van het principe „Samen voor ons eigen", kijken het publiek thans van menige winkel- of woningruit wervend aan. Bijna 400.000 Tegenpartij-affiches hebben inmiddels hun weg gevonden in ons land. (Nieuwsblad van het Noorden, 24/04/1981)
• Verder moeten er binnen het CDA krachten zijn die weten dat de vrijheid van onderwijs bewaakt behoort te worden naar bijzonder en openbaar onderwijs toe. En tenslotte zullen er CDA'ers zijn die inzien dat het „samen voor ons eigen" dichter staat bij het recht van de sterkste dan bij het CDA-motto: samen verantwoordelijk. (De Volkskrant, 17/09/1981)
• Samen voor ons eigen alleen. Zes jaar geleden richtte Bert Kisjes uit Wijk aan Zee de Vereniging ter Bevordering van de Neergang van de Behartiging van het Eigen Groepsbelang op. Erg vaak is zijn vereniging sindsdien niet in het nieuws gekomen en dat heeft vermoedelijk veel met de doelstelling van de club te maken. Kisjes is vooral tegen het „overmatig groepsbelang" dat hij telkens weer in krant en tijdschrift aantreft. (Trouw, 20/02/1987)
• (Dirk Draulants: Samen voor ons eigen: sociaal gedrag van de prehistorie tot de Faceboekgeneratie. 2012)