Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 06-04-2021

rukken

betekenis & definitie

(1964) (plat) masturberen (van mannen). Zie ook: rukken en sjorren.

• Wat denk jij godverdomme wel met je saggerijnige rotkop, wij ons de tiefus sjouwe en jij direct weer met je natte kont in je nest ligge rukken? (Jan Cremer: Ik Jan Cremer. 1964)
• Die? Die zit aan één stuk door te rukken, wat ik je brom. (Louis Ferron: Het stierenoffer. 1975)
• Er waren twee slanke vrouwen met schitterend opgemaakte gezichten als vlindervleugels die alleen maar bereid waren om te rukken. (Jan Wolkers: De kus. 1977)
• Vloeiend geef ik het rukken op. (A. Moonen: Stadsgerechten. 1978)
• Ga liggen en ik ruk je even. (Dimitri Frenkel Frank: Hoge hakken, echte liefde. 1980)
• 'Heb je je lekker afgetrokken?' vroeg een buurjongendie wel vaker over zulke dingen sprak. Verlegen had ik naar Maurits gekeken om te zien of hij het had gehoord. Zou hij weten wat aftrekken etekende? Of rukken, wat de jongens ook zeiden? (Sal Santen: De kortste weg. 1980)
• Ik was verslaafd aan dat boek, ik rukte me er suf bij, terwijl ik zogenaamd mijn huiswerk maakte. (Peter Andriesse: Desperado’s. 1981)
• Geslachtsziekte door rukken!! (Gerrit De Jager & Wim Stevenhagen: De familie Doorzon: Het geslacht Doorzon. 1982)
• Connie stond erbij alsof het haar niet aanging. 'Ik wil wel,' antwoordde ik, 'alleen weet ik niet of ik hem zo plotseling stijf krijg.'
'Ja, dat snap ik, maar zij is wel wat beter dan dat rukken dat je in de lik deed.' (René/ Renate Stoute: De heiligen zijn dood. 1982)
• En eens per maand rukken, bij de nieuwe Penthouse. (Lydia Rood: Buslucht. 1992)
• Ik moest zo gaan zitten denken aan dingen die ik gedaan had. Want ga je gewoon klinisch zitten rukken, ja Jezus. (Albert Mol: Breek me de bek (niet) open. 1993)
• Door te rukken op porno, ontken je dat wat aftrekken aftrekken maakt: het inbeelden. (Ronald Giphart: Giph. 1993)
• Ik was laat met seks. Dertien was ik toen ik er voor 't eerst iets mee te maken kreeg. Dat is laat, lijkt mij. Het was tijdens een kamp van Jong Nederland, in Halen. De eerste avond gebeurden er allemaal rare dingen die ik niet begreep. ‘En niet gaan liggen rukken!’ riep een van de leiders toen we gingen slapen. (Marcel Maassen: Blauwe damp. 1994)
• Ik wend mijn blik af – en ontmoet die van de halfwas, die nu onbeschaamd zit te rukken. (Lydia Rood: Gedeelde genoegens. 1996)
• Maar over Verbeek gesproken, die heeft dus een stijve arm sinds z’n moeder hem betrapte bij het rukken. (Herman Brusselmans: Ex-drummer. 1998)
• Een man met een rode baard neemt de serveerster van achteren, terwijl een andere man zijn ding in haar mond stopt. De rest van de mannen staat erbij te rukken. (Heleen van Royen: De gelukkige huisvrouw. 2000)
• Het is mij al een paar keer overkomen dat er een half ontklede man uit de struiken sprong of dat er een in een telefooncel stond te rukken. (Yvonne Kroonenberg: Nee, dan die van mij. 2000)
• Zo ouwe pornokoning, lekker zitten rukken? (Onno te Rijdt: Mores. 2001)
• Wat minder naar de hoeren en wat vaker rukken/ spaart geld voor het zetten en het drukken. (Vrij Nederland, 14/06/2003)
• Al die arbeiders zijn ook nog ’ns doof van het rukken, moet je weten. (Herman Brusselmans: Heilige schrik. 2004)
• Toen ze na het partijtje voetballen naar huis liepen vroeg Bertie opeens: ‘Heb jij wel eens gerukt?’ ‘Gewat?’ vroeg Pietje. (Peter Langendam: Morgen gebeurt het. 2007)
• Maar je gaat natuurlijk niet liggen rukken in Villa Felderhof! (Paul de Leeuw: Boos op de lucht. 2009)
• Mensen die veel rukken krijgen overmatige haargroei tussen hun vingers. (René Lancee: Frontzwijnen. 2009)
• Ik hoopte alleen maar dat hij de foto niet zou plastificeren en er elke avond een potje op zou rukken. (Nele Reymen: Kit met peren. 2009)
• Als het bed begon te schudden, riepen we: “Ophouden met rukken, Mike. (Violet Falkenburg: Van hoelahoep tot Hyves. 2010)
• Een uitverkochte bioscoop. Turks Fruit is net begonnen. Rutger Hauer masturbeert. Het is doodstil als boven op het balkon een man in plat Gronings roept: “Kaik, Floris is an”t ruk”n!” (Mels van Driel: Met de hand. Een culturele geschiedenis van de soloseks. 2010)
• Joost heeft vast wel zo’n spel. Die rukt vast op vrouwen die Twister spelen. (Juultje van den Nieuwenhof: Delete: hoe een leven langzaam wordt gewist. 2013)
• Op een feestje was ik eens in gesprek met een bekende Nederlandse schrijfster, die werd lastiggevallen door een verslaggever van het type Castricum. Toen ze er genoeg van had, zei ze: ‘Zeg, vertel eens, ruk je nog of neuk je al?’ Een daverend gelach weerklonk, en het ventje was verdwenen. (Jan Kuitenbrouwer: Eik bes leuk. De taal van vandaag. 2014)
• Dat ik stink naar opgedroogd sperma van eindeloos rukken zonder te douchen. (Luckie S. Delacroix: Johnny Cash danst nooit. 2015)
• Wat zou Oek eigenlijk aan het doen zijn? Een beetje liggen rukken op Ameland? (Nanne Tepper: De kunst is mijn slagveld. Brieven 1993-2001. 2016)
• Hier hadden de twee vrienden dus schouder aan schouder na sluitingstijd in het donker zitten rukken op zelfopgenomen porno die ze haalden uit de videotheek in de dinges-hoe-heet-die-straat. (P.F. Thomése: Ik, J. Kessels. 2018)
• God, het is al zo lang geleden voor jou, je zult wel ongeveer gek worden. Je ligt toch niet te rukken op onze bank, hè? (Kristen Roupenian: Je weet dat ik dit wil. 2019)