Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 24-03-2021

randdebiel, randmongool

betekenis & definitie

(1970+) (scheldw.) onnozel, dom persoon; debiel. Dit scheldwoord is vooral populair onder jongeren.

• Van de twaalf kinderen waren er zes naar de blo geweest. Eén was naar later bleek randdebiel. (Leeuwarder Courant, 29/11/1975)
• Als ik tegen zo'n randmongool moet vechten, denk ik weleens: ik kap d'r mee, ik steek m'n handen omhoog en ik loop weg. (Hans Moll: De hoeken van de ring. 1987)
• Waar ik aan de universiteit ook maar terechtkom, verzamelen zich na een poosje alle weirdo's, alle randdebielen, alle Jan Doedels om mij heen. (Maarten 't Hart: De unster, 1989)
• Maar dat je me een randdebiel als Goedendagbuur in de maag probeert te splitsen, vind ik beneden ieder peil. (Robert Long & Cees van der Pluijm: Hete klippen. 1991)
• Welke randdebiel heeft er nu een poncho aan met dit weer.... (Chris Bos: De woede van de bassist. 1992)
• Dan denk je: zijn wij zo'n stel randdebielen? (Nieuwe Revu, 28/10/1992)
• De grootste randdebiel, de ergste asociaal, de zwaarste crimineel kan zoveel kinderen ver-wekken als hij wil. (Robert Long: Liegen mag. 1993)
• Nog nooit heb ik zoveel volwassen randdebielen bij elkaar gezien. (Youp van ’t Hek: En het bleef nog lang onrustig in mijn hoofd. 1996)
• 'Fever Pitch', het boek, maakte meteen al duidelijk dat niet alle voetbalfans randdebielen zijn. (HP/ De Tijd, 25/07/1997)
• En niemand die zo'n zielige, oververhitte randdebiel beschermt. (Youp van 't Hek: Zater-dag. 1999)
• Waarom wilden ze vanuit Nederland naar Engeland? Wat is er mis met ons land? Misschien zijn ze geschrokken van de paar miljoen oranjesupporters. Opeens ontdekten ze dat ze te-rechtgekomen waren in een land met een overschot aan hossende en lallende randdebielen en wilden ze zo snel mogelijk weg. (NRC Handelsblad, 24/06/2000)
• Mensen veranderden spontaan in randdebielen. (Heleen van Royen: De gelukkige huis-vrouw. 2000)
• Randdebielen mochten daar al jaren trouwen onder leiding van de geestelijk instabiele Linda de Mol, je kon je als gestoorde al in een huis in Almere of in een bus laten opsluiten of je mocht meedoen aan een van de programma's van de ranzige Menno Buch. (NRC Handels-blad, 13/01/2001)
• Het seksuele leven van wie dan ook gaat ons niets aan. Of het nou wel of niet waar is. Al laat Ronald zich wekelijks dubbelklutsen in een Fiatje 500 door Joop Schafthuizen en Pim Fortuijn met zijn volledige nieuwe fractie, dan moet hij dat lekker zelf weten. Mij gaat het niet aan en geen enkele randdebiel mag er over schrijven. (NRC Handelsblad, 19/01/2002)
• Hij staat als een randdebiel met open mond te grijnzen. (Nieuwe Revu, 04/12/2002)
• Moet je die achterlijke randdebielen zien kijken naar ons! (Liza van Sambeek: Zadelpijn en ander damesleed. 2003)
• "In dit weer gaat u toch niet lópen!?" zei de man, rollend met zijn ogen alsof hij een randde-biel voor zich had. (HP/ De Tijd, 30/05/2003)
• Jij sluipt nu heel voorzichtig naar huis en je rent voor elke randdebiel die je tegenkomt weg en je verstopt je met je moeder op zolder (Beau van Erven Dorens: Pijn. 2008)
• Want je kunt niet zelf bepalen met wie je woont, dus zit je samen met echte volstrekt gestoorde randdebielen in een huis waar je niet uit kunt. (Vrank Post: Kapot. 2009)
• Hij heb het steeds over Flippertong. Flippertong! Die jongen moet wel ouders hebben die randdebielen zijn. (Anne-Gine Goemans: Glijvlucht. 2011)
• Je begon als de eerste de beste randdebiel te rammen. (Heleen van Royen: De hartsvriendin. 2013)
• Johnny was dan wel een gore junk, maar geen randdebiel. (Justine le Clercq: Wegens geluk gesloten. 2013)
• ‘Gadverdamme, wat een totale randdebiel,’ vloekte de vrouw van de dwerg. ‘Wat een opgedroogde pisvlek is dat geweest, met zijn “wij hebben elkaar aan het eind van de regenboog ontmoet”. (Stefan Pop: Moet je nou eens horen. 2014)
• 'Wat een randdebielen zijn wij. Schooiers die niet eens een pita kunnen betalen,” zegt Karim. (Fikry El Azzouzi: Drarrie in de nacht. 2014)
• Naar dit soort programma’s kijken uitsluitend randdebielen die ook aan de buis gekluisterd zitten bij Boer zoekt Vrouw. (Youp van ’t Hek: Youp voor gevorderden. 2016)
• Als Anouk vreemdgaat, zal ze dat echt niet in haar agenda zetten, randdebiel! (Jeroen Guliker: Zeven vrouwen later. 2017)
• Barry, trek effe wat aan, zeg, randdebiel. (Lotte Kok: Skydancer. 2018)