Wat is de betekenis van Randdebiel, randmongool?

2024-04-30
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

randdebiel, randmongool

(1970+) (scheldw.) onnozel, dom persoon; debiel. Dit scheldwoord is vooral populair onder jongeren. • Van de twaalf kinderen waren er zes naar de blo geweest. Eén was naar later bleek randdebiel. (Leeuwarder Courant, 29/11/1975) • Als ik tegen zo'n randmongool moet vechten, denk ik weleens: ik kap d'r mee, ik steek m'n handen omho...

2024-04-30
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Randdebiel, randmongool

(vnl. jeugdtaal) onnozel, dom persoon; debiel. Als ik tegen zo’n randmongool moet vechten, denk ik weleens: ik kap d’r mee, ik steek m’n handen omhoog en ik loop weg. (Hans Moll, De hoeken van de ring, 1987) Waar ik aan de universiteit ook maar terechtkom, verzamelen zich na een poosje alle weirdo’s, alle randdebielen, alle...

Gerelateerde zoekopdrachten