Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 01-05-2023

quickie

betekenis & definitie

1) (2009) (< Eng.) vluggertje*.

• De leeuwin probeerde nog weg te komen, maar de leeuw zette zijn poten op haar rug. Dat was dus zijn enige voorspel. Want hij klom op haar en sekste maar een seconde of wat. Echt een quickie. (Khalid Boudou: Pizzamaffia. 2009)
• Eerlijk is eerlijk: een quicky is meer gemaakt voor een man. Hij kan in een kwartiertje zonder problemen aan zijn trekken komen. Voor een vrouw eindigt het niet vaak met een happy ending… Wist je wel dat een vrouw ongeveer 20 minuten voorspel nodig heeft om voldoende opgewonden te raken? Toch heeft een vluggertje ook voordelen voor een vrouw. (http://amayzine.com/nl, 2017)
• Er volgt een verhaal over een quickie op de keukentafel met een nagenoeg onbekende hork en ik vraag me alleen maar af of deze vrouw daar daadwerkelijk plezier in heeft en waarom ze dit verhaal zo ongegeneerd op tafel gooit. (Maartje Willems: Vanaf nu wordt alles beter. 2018)

2) (2000) (Vlaanderen, jeugd) zie citaat.

• Quikie: nachtwinkel (naar de 'Quik-E-Mart' in de tv-reeks The Simpsons). (Jongerentaal in De Morgen, 23/02/2000)

3) (1959) (< Eng.) (film.) goedkope productie; snel in elkaar gedraaide film.

• Ze maakt het werkstuk over het Ardennenoffensief dat terwille van de goedkoopte destijds voor de camera's is „overgedaan" op onze eigen Veluwe — een ideaal oefenterrein, ook voor Hollywood — ze maakt dat werkstuk weliswaar geen haar beter dan het bedoeld was, maar het was ook als niet meer bedoeld dan wat in het schilderachtig filmjargon een „quicky" heet: een produktie die in een minimum van draaidagen een maximum aan avonturiek bijeenraapt en dan haastig uit haar kosten komt. (Algemeen Handelsblad, 07/11/1959)