Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 11-02-2021

pen

betekenis & definitie

1) (2005) (politie/ onderwereld) pistool; revolver.

• (Elsevier, 17/12/2005: Van aanlopen tot zwijntjesjager).
• (Paul Van Hauwermeiren: Bargoens zakwoordenboek. 2011)
• (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)

2) (1977) (euf.) mannelijk lid. Vanwege de vorm. Vgl. potlood*. Zie ook: 'op de pen*nemen en pennen*.

• (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980)
• (Robert Henk Zuidinga: Eroticon: het ABC van de erotiek. 1990)
• Niet in de metaforen van hun vormen (voor hem deed een pen nooit aan een penis denken, of een vat aan een vagina) maar in hun superieure stofuitdrukking die hij wilde beheersen als de grootste meesters van de schilderkunst.... (G.M.J. Meijsing: De grachtengordel. 1992)
• De pen is een metafoor voor de pen is, eh penis, want: zo actief als de pen wordt als er iets genoteerd moet worden, zo actief is de penis wanneer… (ik hoop niet dat mij in het mondeling gevraagd zal worden deze zin in beschaafd Nederlands te voltooien). (www.huiswerkvrij.com, 19/03/2006)
• (Ton den Boon: De taal der liefde. 2017)

3) (1906) (Barg.) (steeds meerv.) vinger.

• (Köster Henke: De boeventaal. 1906)
• (J.G.M. Moormann: De geheimtalen. 1934)
• (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937)
• (Henry Roskam: Boeven-jargon. 1948)

4) (1906) (ook: penne) (Barg.) slaapplaats. Een 'platte pen' is een slaapplaats onder de blote hemel. Een 'penneboos' is een logementhouder of huisbaas.

• (Köster Henke: De boeventaal. 1906)
• ... die haar lichaam zoo maar liet schenden onder de platte pen, door wulpsche zwijnen belaagd. (Is. Querido: Amsterdamsch epos de Jordaan. 1912)
• (J.G.M. Moormann: De geheimtalen. 1934)
• (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937)
• (Henry Roskam: Boeven-jargon. 1948)
• (Fokko Bos: De vreemde woorden. 1955)
• (Enno Endt: Een taal van horen zeggen: Bargoens en andere ongeschreven sterke taal. 1969)
• (Paul Van Hauwermeiren: Bargoens zakwoordenboek. 2011)
• (Hans Heestermans & Ditte Simons: Mokums woordenboek. 2014)
• (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)