Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 11-03-2022

oplegger

betekenis & definitie

(1985) (Amsterdam, politie) proces-verbaal dat enkel wordt opgemaakt voor de verzekering.

• Beide rechercheurs schiften de zaken die bij hen zijn binnengekomen. Van de meeste gevallen wordt alleen voor de verzekering een proces-verbaal gemaakt - opleggen heet dat in het jargon van de Amsterdamse politie. Een hoofdstedelijke rechercheur: „Van die opleggers hebben we hele bureauladen vol zitten." (Het Parool, 18/05/1985)