Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 03-12-2022

operatie

betekenis & definitie

1) (1994) (mil. euf.) offensief, een militair ingrijpen. Sedert de crisis in ex-Joegoslavië wordt er zonder schroom gesproken over vredesoperaties. De oorlog in Tsjetsjenië werd door Rusland consequent omschreven als een ‘anti-terroristische operatie’. De Hedendaagse Van Dale omschrijft dit eufemisme als een ‘reeks geplande activiteiten, uitgevoerd door een gewapende macht om tijdens een oorlog een bijzonder resultaat te bewerkstelligen’.

• Clinton heeft zelfs aangetoond dat het Pentagon nog altijd tegelijkertijd twee operaties in twee verschillende ‘theaters’ aankan. (Elsevier, 29/10/1994)
• De Russische premier Vladimir Poetin ontkent dat het Russische leger iets te maken heeft met de explosies op de markt van de Tsjetsjeense hoofdstad Grozny, waarbij donderdag meer dan honderd doden vielen. Maar een legerwoordvoerder verklaarde dat het om een ,,speciale operatie'' van het Russische leger ging. (De Standaard, 24/10/1999)

2) (1987) (pol.) idee; plan.

• Vlot imago Den Haag kent veel van dergelijke vaag optimistische begrippen die iets dynamisch lijken uit te drukken. Bewindslieden zeggen bijvoorbeeld op een suggestie „positief te willen insteken". Wie een idee of een plan een vlot imago wil geven, noemt het bij voorkeur een „operatie". Een gewone termijnafspraak ('dit stuk is af voor 10 oktober') is in Den Haag een „tijdpad". De aanduiding „tijdens de rit" wordt in dit verband ook wel gebruikt. In Den Haag is er overigens maar één rit en dat is die van het kabinet: de regeerperiode. (NRC Handelsblad, 10/10/1987)