Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 28-10-2020

op de koffie komen

betekenis & definitie

(1902) (oorspr. sold., thans meer algem.) ergens slecht afkomen; een nederlaag lijden. Eigenlijk: te laat komen (het eten is op, er rest alleen nog koffie).

• Op de koffie gekomen. 't is hem tegen geloopen. (Soerabaijasch handelsblad, 03/07/1902)
• Ze kwamen op de koffie: zij bereikten hun doel niet; ze kregen hun deel niet; ze werden teleurgesteld; ze kwamen te laat. Letterlijk: ze kwamen toen het eten al gedaan was. Ze kregen dus alleen nog maar een kop koffie, die immers bij de boeren altijd gereed staat (stond). (K. ter Laan: Nederlandse spreekwoorden, spreuken en zegswijzen. 1984)
• Een elftal dat tegen Brazilie verliest komt al snel 'op de koffie' en trainer Simon 'de kist' Kistemaker wil in de kleedkamer nog wel eens op samenzweerderige toon uitleggen dat vandaag met de messen in de schoenen moet worden gespeeld. (NRC Handelsblad, 25/05/1991)