op de koffie komen
(1902) (oorspr. sold., thans meer algem.) ergens slecht afkomen; een nederlaag lijden. Eigenlijk: te laat komen (het eten is op, er rest alleen nog koffie). • Op de koffie gekomen. 't is hem tegen geloopen. (Soerabaijasch handelsblad, 03/07/1902) • Ze kwamen op de koffie: zij bereikten hun doel niet; ze kregen hun deel niet; ze werden te...