Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 07-02-2024

Nergenshuizen

betekenis & definitie

(17e eeuw) (sch.) denkbeeldige plaatsnaam. Vroeger vooral gebruikt in de verbinding 'heer (baron enz.) van Nergenshuizen', een pseudo-adellijke titel voor een armoedzaaier. Zo had de Middelburgse predikant Carolus Tuinman het in 1726 over de 'Heeren van Nergenshuizen in Geenland'. Vgl. Eng. Noplaceville. Duits: Irgendwo am Nirgendwo. Andere fictieve plaatsnamen in het Nederlands zijn o.a. Annaprutparochie*; Bommelskonten*; Dikkelulterp*; Flamoesdijk*; Knuppel* aan de Greppel; Koekeloerekapelle*; Kutjepoep*; Peppel* aan de Greppel; Poepeloerekapelle*; Poepjanknor*; Poepkapelle*; Rotpokkeweer*; Tsjakkamakka*; Verneukschoten*; Verweggistan*.

• (Carolus Tuinman: De oorsprong en uitleg van dagelyks gebruikte Nederduitsche spreekwoorden, opgeheldert tot grondig verstand der vaderlandsche moedertaal. Deel II. 1727)
• Wat zullen zij zeggen, ik vraag het u mijn Heer, als mijn dochter wordt t'huis gelaten? een welopgevoede jonge Juffrouw, mijn Heer! die op de kostschool van Madame Leerluttel te Nergenshuizen geweest is, een uitmuntende school, mijn Heer! (Jacob van Lennep: Klaasje Zevenster. 1866)
• (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. 1858-1862)
• Kleine luidjes, ook de familie van Baron Geegoed, hooger vermeld, werden insgelijks door den volkshumor bedacht. Zulke zijn ‘poorters van Nergenshuizen in Geenland;’ onder hen onderscheidt een blijspel van het begin der 18e eeuw een Graaf van Nergenshuizen. (Taal en Letteren. Jaargang 2. 1892)
• Vroeger in mijn jonge jaren herinner ’k me nog ’t oude badhuis waar Jan-en-alleman kon komen en baron van Nergenshuizen kans had op ’n mooien Zondagavond naast z’n kruidenier te komen zitten. (Leeuwarder Courant, 10/09/1906)
• Kom je in Nergenshuize te legeére,... in 't hooge groen,... lachte Manus. (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 2: Van Nes en Zeedijk. 1914)
• (Paul de Wispelaere: Brieven uit Nergenshuizen. 1986)
• Een bloemlezer, zegt Komrij, moet zoveel mogelijk vergeten wat voorgaande generaties ons als beeld hebben voorgehouden van de oudere poëzie (Voorwoord, p. 6-7). ‘Hij dient het feit dat hij heeft schoolgegaan uit zijn geheugen te bannen, de bloemlezingen die hij kent naar Nergenshuizen, poste restante, te versturen en de literatuurgeschiedenissen te wantrouwen. (E.K. Grootes: De canon van Komrij. 1987)
• In Sandlers universum ontbreekt ironie, is suiker zoet en sneeuw wit en koud. Hij is dan ook niet leuk als de pizzabakker uit Nergenshuizen die een fortuin erft. (NRC Handelsblad, 27/11/2002)
• (Ewoud Sanders: Van Nergenshuizen tot Absurdistan. 2003)