Wat is de betekenis van Greppel?

2024-12-08
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-12-08
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

greppel

1) (1991) (lesbotaal) lelijke lesbo. Woordspeling op dijk*. • (Hanneke Kunst & Xandra Schutte: Lesbiaans. Lexicon van de Lesbotaal. 1991) 2) (1906) (Barg.) grens: 'over de greppel gaan'. • Greppel, grens. Over de greppel gaan (over de grens of naar 't buitenland gaan). (Köster Henke: De boevent...

2024-12-08
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

greppel

greppel - Zelfstandignaamwoord 1. een smalle, ondiepe uitgraving in de grond voor de afvoer van teveel water die echter meestal droog staat Meerdere automobilisten schatten de situatie verkeerd in en eindigden in een greppel langs de weg. Verwante begrippen geul, sloot, grondwater,...

2024-12-08
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

greppel

greppel - zelfstandig naamwoord uitspraak: grep-pel 1. geul in het land voor de afvoer van water ♢ langs de weg loopt een greppel Zelfstandig naamwoord: grep-pel de greppel de greppels...

2024-12-08
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

greppel

lelijke lesbische vrouw. Kijk onder dijk.

2024-12-08
Lesbotaal Lexicon Lesbiaans : lexicon van de lesbotaal

Hanneke Kunst en Xandra Schutte (1991)

Greppel

Greppel - scheldwoord voor lelijke pot, als woordspeling op dijk. (Gehoord in sauna Fenomeen).

2024-12-08
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

greppel

greppel - Smalle en ondiepe uitgravingen.

2024-12-08
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Greppel

Ondiepe, smalle geul in een perceel land aangebracht om overtollig water naar de sloot te doen afvloeien. Deze oudste methode van ontwatering wordt thans nog op alle laaggelegen graslanden aangetroffen, doch is op bouwland vrijwel geheel door drainage vervangen. G. worden met de hand gegraven of met een ploeg evenwijdig en op 10-30 m onderlinge afs...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-12-08
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Greppel

s., greppel, grippel, groppe, goatte, fuorge; diepe, steile.—, ikkersleatsje (it); — tussen twee bouwakkers ikkergoatte, -groppe; kant v. d. greppelskant, fuorgekant, fuorchskant; -s maken, greppelje, grippelje, goatsje, gropje, fuorgje; -s in het land uitdiepen (út)greppel...