Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 13-04-2023

Napoleon

betekenis & definitie

(19e eeuw) (soms: Napoleon Trois) (sch.) grote snor. Andere soorten snorren in de volkstaal: befbezem*; befborstel*; deurmat*; fantoomsnor*; hap* zuurkool; Henri* Quatre; Hitlersnor*; kokosmat*; kriebelaar*; pleeborstel*; pornosnor*; pots*; tandenborstel*.

• Napoleon trois, groote snor en sik, Henri quatre, groote snor en sik aaneen; Spanjolenbaardje, kortgeknipte baard in sik uitloopend. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
• Namen als Henri quatre voor een sikje, Napoleon voor een snor, naar den schoonen knevel van Napoleon III; zoo draagt men naar 't voorbeeld van den vóór eenige jaren zoo noodlottig vermoorden president der Fransche republiek een carnot (baard) en wellicht zal de mode meer dergelijke benamingen kennen. Zoo vermelden we nog 't haverkorntje voor pruik, waarover men het tijdschrift Noord en Zuid XX, 142 nasla. (Taal en letteren. Volume 10. 1900)