Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 06-07-2021

naar de tering gaan

betekenis & definitie

(1995) (inf.) naar de bliksem gaan.

• Ik heb genoeg mensen gezien die door de methadon naar de tering zijn gegaan. Ze lopen rond als robotten, als de Terminator. (de Groene Amsterdammer, 18/01/1995)
• Je kunt misschien de snelheid verminderen waarmee alles naar de tering gaat, maar uiteindelijk gaat alles er toch aan. (Nieuwe Revu, 08/10/1997)
• Elke week gingen ze ‘naar de tering’ op houseparty’s en slikten ze flink wat pillen. (Vrij Nederland, 02/08/2003)
• Die pil probeerde ik nog onder mijn tong te houden om later weer uit te spugen, maar Sjaak zette het bierglas aan mijn lippen en een grote slok nam het ding uiteindelijk mee naar mijn maag. Niet lang meer en ik zou goed naar de tering zijn. (Kees van Nieuwkerk: Het is weer raak met Kees en Sjaak. 2010)
• Nu zeggen sportschoolmensen wel vaker vreemde dingen, zoals: 'Nog maar vijftien 'burpees' of 'ik eet na het sporten altijd anderhalve liter yoghurt en een hele gestoomde kip' of 'vandaag gaan we lekker helemaal naar de tering!', maar dit had ik nog nooit gehoord. (MacFan, mei/juni 2016)
• En acht kilometer verderop, in Khayelitsha, het township, gaan de mensen naar de tering, daar wonen ze in golfplaten huizen. (Marcel Langedijk: Gordon. Biografie van een entertainer. 2018)
• Normaal zit je altijd de hele dag te zeiken dat de wereld naar de tering gaat, dat opgroeien een hoax is, bla-bla-bla. (Lotte Kok: Skydancer. 2018)