Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 24-12-2020

mines maken

betekenis & definitie

(1882) (< Fr. mine) grimassen maken, gezichten trekken.

• Nou, de zegger zoait den, dat 't Jan Theunissen nag niet mooi genog skien te wezen, dat ie Guurtje 'n skop mit z'n skaas geven had, maar dat ie ok nag van plan was om er mit z'n vuiste op te trommelen, ten mensten hai maakte al mienes om deer mee te beginnen. (Joh. A. Leopold, L. Leopold: Van de Schelde tot de Weichsel. Deel 1: Frankrijk - Zuid-Nederland - Noord-Nederland. 1882)
• Dàn kwam ze 'ris bij me opredderen, dàn weer wou ze schoonmaken of eten voor me koken, maar eigenlijk wou ze 'reis kijken wat ik nog wel had, snapt u? En toen ze zag dat Oome Daan nog knap in z'n spulletjes zat, begon ze mienes tegen me te maken. (Justus van Maurik: Stille menschen. z.j. 1909)
• Mochten zij mienes maken aan te nemen, dan zullen zij in elk geval zooveel uitsluitingen van rechts vragen of dergelijke leidende portefeuilles — men noemt Painlevé reeds voor Oorlog —, dat de huidige meerderheid zich onttrekt. (het Vaderland, 09/01/1932)