Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 11-08-2023

law

betekenis & definitie

(2002) (< Eng.) (straattaal) gek; grappig; tof; vervelend.

•Law, tof, vervelend. (Jan Berns m.m.v. Jolanda van den Braak: Taal in stad en land. Amsterdams. 2002)
• ‘Hij werd helemaal law (gek).’ (Leonie Cornips: Het Surinaams-Nederlands in Nederland. 2005)
• Vooral door het gebruik van de vele 'vreemde' woorden heeft bij velen de gedachte postgevat dat deze jongerentaal een gebrekkig soort Nederlands is. Buurtvader Brian (pseudoniem) in Amsterdam geeft voorbeelden van dergelijke woorden: ,,Die is gek of law, dat zeggen ze hier. 'Die is grappig' wordt dan: 'Nooooh, die kill is echt law'." (NRC Handelsblad, 19/11/2012)