law
(2002) (< Eng.) (straattaal) gek; grappig; tof; vervelend. •Law, tof, vervelend. (Jan Berns m.m.v. Jolanda van den Braak: Taal in stad en land. Amsterdams. 2002) • ‘Hij werd helemaal law (gek).’ (Leonie Cornips: Het Surinaams-Nederlands in Nederland. 2005) • Vooral door het gebruik van de vele 'vreemde' woorden heeft...