Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 10-07-2022

ijskonijn

betekenis & definitie

1) (1967) (sch.) ongevoelig, harteloos persoon; kouwe kikker; frigide vrouw. Het woord wordt soms ook positief gebruikt, in de zin van `onverstoorbaar, koelbloedig'. Voetballer Edwin van der Sar had als bijnaam ‘het ijskonijn’. De Belgische politicus Karel De Gucht werd in de media vaak bestempeld als ‘het ijskonijn’. Vgl. ijskoningin*.

• Hij verliefd! Je hebt nog nooit zo'n ijskonijn gezien. ... (Willem de Geus: Het verloren schip en andere verhalen. 1967)
• Die Arie met zijn loene schore / wat een ijskonijn is die fiel / het echte patsef van schlemiel. (Sam Cohen in het Rotterdamsch Nieuwsblad, 05/05/1973)
• Weer die blik; ijskonijn. (Rein van der Wiel: Gezicht op Haarlem. 1986)
• Toen een paar maanden later de nota `Vrouwen in de schoolleiding' uitkwam, noemde de pers de Amsterdamse wethouder `een ijskonijn, een slimme maar keiharde dame, de Nederlandse Thatcher'. (Opzij, november 1987)
• Ijskonijn. Zeer rustig, emotieloos persoon. (Fré Harmsen: Van baroe tot branie. 1991)
• Ondanks het gedrag van een ijskonijn, vertelde Miguelon opgelucht te zijn dat hij vrij eenvoudig door het afgelopen weekeinde was gerold. Hoewel hij als een koning heerste en dat ook de komende dagen zal doen, durfde hij zich nog niet tot winnaar van de Ronde uit te roepen. (Algemeen Dagblad, 20/07/1992)
• Sharon Stone acteert als een ijskonijn. (Algemeen Dagblad, 26/08/1993)
• Bram is een ijskonijn,' zegt Marc Delissen. 'Eerlijk, rechtuit en een echte vechtjas. Een jongen waar ik blind voor ga’. (Vrij Nederland, 10/08/1996)
• Maar waar de door `madness' geplaagde George vertedering oproept, blijft Victoria een ijskonijn. (Nieuwe Revu, 28/01/1998)
• Beschrijvingen van hem bevatten steevast twee componenten: iets met dieren en iets met lage temperaturen. “Frank is een ijskonijn,” heet het dan. Of: “Heeft de uitstraling van een diepvrieskip.” (Nieuwe Revu, 30/08/2000)
• Jeunet maakte met Amélie het ultieme filmsprookje voor volwassenen. Alleen ijskonijnen blijven er koud onder. (De Filmkrant, januari 2002)
• En als tegenreactie stel ik me op als een preuts ijskonijn. (HP/ De Tijd, 08/03/2002)
• Rafael ziet Nando als een ijskonijn naar buiten lopen. (Jan Eilander: Rafael. 2004)
• Voor de rest leek een ieder op ijskonijnen. Stoïcijns, geen emotie. (Peter Langendam: Boeren, burgers & politici. 2010)
• De grootste ijskonijnen op voetbalgebied waren de Portugezen. (Mels van Driel: Sport en seks. Het spel en de knikkers. 2011)
• IJskonijn (IJsknijn): OB 87. Gevoelloos iemand. (Casper van de Ven: De Brabantse spot- en scheldnamen. 2013)
• In Soldaat van Oranje wordt hij in de rol van een SS’er geregisseerd door Paul Verhoeven, die hij daarna in de kroeg jarenlang omschrijft als een ijskonijn en een secreet. (Jan D. Swart, Johan Derksen: Kanjers, culthelden en engnekken. 2014)
• Een ijskonijn, zo werd ze vroeger genoemd. Niets leek haar van haar stuk te brengen. Haar pokerface bleek tijdens haar studie Psychologie een waardevolle eigenschap, samen met een sterke behoefte om menselijk leed te verzachten en een scherpziend besef van wat elke getroebleerde cliënt specifiek nodig had. (Karin Giphart: De gijzelaar. 2016)
• Zou er dan toch iets van frivoliteit in dit knokige ijskonijn schuilen? (Ilja Gort: Leven als God in Frankrijk. 2016)
• Ik dacht dat we het leuk hadden en stond al bijna een uur met dat ijskonijn te praten… wilde ze niet eens even zoenen. (Jeroen Guliker: Zeven vrouwen later. 2017)
• Verdomme, wat een ijskonijn ben jij, zeg! (Alex Boogers: Onder een hemel van sproeten. 2017)

2) (2000) (scheldw.) slechte voetballer.

• IJskonijn: slechte voetballer. (De Standaard, 03/03/2000, over het taalgebruik van Jan Boskamp)