Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 21-11-2022

halo-effect

betekenis & definitie

(1920) (psych.) sociaal-psychologisch fenomeen waarbij onze perceptie van iemand positief wordt beïnvloed door onze mening over de andere gerelateerde eigenschappen van die persoon. Halo is een begrip uit de fotografie voor ongewenste lichtkringen en -vlekken op een foto. Een mooi voorbeeld van het halo-effect is het aantrekkelijkheidsstereotype: we zijn vaak geneigd om positieve eigenschappen toe te kennen aan fysiek aantrekkelijke mensen. Dergelijke individuen worden dan beoordeeld op hogere moraliteit, betere geestelijke gezondheid en grotere intelligentie. Zulke beoordelingsfouten weerspiegelen iemands individuele vooroordelen, ideologie en sociale perceptie. Het was de de Amerikaanse psycholoog Edward Thorndike die voor het eerst (in 1920) het halo-effect erkende met empirisch bewijs, in zijn artikel, 'A Constant Error in Psychological Ratings' .

• Zeer geprononceerd komt hier ook aan het licht de factor, die alle schattingen van menschelijke eigenschappen verdoezelt, het zgn. halo-effect. D.w.z. wanneer we van iemand een gunstige indruk hebben straalt, dit af op onze waardeering van al de eigenschappen, waarin we zijn karakter trachten te analyseeren. Is iemand ons sympathiek, dan drukt dit op de taxatie van al zijn capaciteiten. Dit verschijnsel is zoo sterk, dat halo-effect treedt niet enkel op bij de beoordeeling van sollicitatiebrieven, maar eveneens in de praktijk van het bedrijfsleven, op de school, bij examens, etc. (Nieuwe Rotterdamsche courant, 16/06/1926)
• Daar objectieve gegevens (productie, ongevallen, examens enz.) zelden of nooit een bevredigend beeld van de werkelijke prestaties geven, is men aangewezen op de subjectieve beoordelingen van de chefs van de betreffende personen. Maarde vele factoren welke bij geschiktheid en ongeschiktheid een rol spelen, de sympathieën en antipathieën van de beoordelaar, de neiging om te welwillend te oordelen, het halo-effect, de last welke het invullen van formulieren met zich meebrengt, het feit dat de beoordelaar de te beoordelen ondergeschikte soms slechts bij een gedeelte van zijn dagtaak direct meemaakt en nog vele andere oorzaken meer, maken dat het moeilijk is een betrouwbaar bedrijfsoordeel te verkrijgen. (G. Révész en H.W. Ouweleen: Problemen der selectie van studenten aan de universiteiten en hogescholen. 1948)
• Maar beoordeling van de ene mens door de andere is niet alleen een kwestie van verstandelijk handelen, het is daarnaast en daarenboven een kwestie van gevoelsoverwegingen. Onbewust en wellicht zelfs tegen de wil van de oordelende chef in, doen deze gevoelsoverwegingen hun invloed op het oordeel van deze functionaris gelden. Een voorbeeld hiervan is het verschijnsel, dat wordt aangeduid onder de naam „halo-effect”, dat bij elke persoonsbeoordeling zijn invloed doet gelden. De lezer stelle zich voor, dat tijdens een bepaalde beoordelingsperiode een drukker dooreen grove onachtzaamheid, zeer belangrijke schade toebrengt aan zijn drukpers. Dat deze drukker ineen merit-ratingsysteem over deze periode geen hoog puntental krijgt voor aandacht en zorg is begrijpelijk. Doch een volgende periode breekt aan en de drukker tracht zijn fout, inde vorige periode begaan, goed te maken door een maximum aan aandacht en zorg aan de machine te besteden. Over deze volgende periode komt hem dus een hoog puntental voor aandacht en zorg toe. Toch is het te verwachten, dat de fout, overeen vorige periode gemaakt, zijn invloed op de waardering zal hebben en de drukker dus een lager puntental zal krijgen dan hem toekomt. (Grafisch weekblad; orgaan van den Algemeenen Nederlandschen Typografenbond, 12/06/1953)
• Maar ook C ‘weet te veel’: hij ziet het handschrift - van leerling no. 3 misschien ‘volwassen’, ‘evenwichtig’ en goed leesbaar, van leerling no. 7 ‘kriebelig’ en moeilijk leesbaar - hij ziet de fouten, leest de uitweidingen, de stijl-eigenaardigheden, enz. Ook bij hem zullen deze, voor de eigenlijke, objectieve beoordeling van aspect a irrelevante kwaliteiten (b, c,... enz.) onwillekeurig invloed op het oordeel hebben. Ook hij is onderhevig aan het halo-effect, d.i. de storende ‘uitstraling’ van opvallende andere kwaliteiten dan de te beoordelen a-variabele. (A.D. de Groot: Methodologie. 1961)
• Verkoopboodschappen in kleur worden 11 tot 34 pet. beter herinnerd dan zwart/wit spots, programma's in kleur worden tussen de 25 en 80 pet. beter gevonden dan dezelfde programma's in zwart/wit. Dit hangt af van het soort programma, zoals de effectiviteit van een kleurenspot afhangt van het produkt. Spots voor levensmiddelen winnen sterk wanneer ze in kleur zijn. Andere produkt-groepen met „kleur-voordeel" zijn b.v. cosmetica, mode, decoratie-produkten enz. Maar kleur kan ook een halo-effect geven: chroom of roestvrijstalen keukéns in kleurige omgeving. (Algemeen Handelsblad, 27/01/1969)
• „Talloze christenen", aldus dr. A. Weiland, „vooral zij die zich actief tegen het nazibewind hadden gekeerd, konden zich gevoelsmatig niet losmaken van de gedachte dat crematisme en nazisme verwant weren. Dit negatieve halo-effect had een periode van twintig jaar nodig om geleidelijk te verdwijnen". (Algemeen Handelsblad, 10/01/1970)
• Op de Aircraft Interiors Expo in Hamburg zegt Klaus Brauer, director passenger satisfaction & revenue bij vliegtuigbouwer Boeing: ,,Een goede stoel is essentieel, vooral voor lange afstand. Er heeft een halo-effect plaats: als het meest belangrijke aan de vlucht, bijvoorbeeld de stoel, niet goed is, is in de beleving van de passagier de hele vlucht niet goed.'' (De Standaard, 29/04/2004)
• Enkele weken geleden kondigde het bedrijf een verwachte winstmarge van 472 miljoen dollar aan. De cijfers zouden de bewijsvoering voor het zogenaamde 'iPod halo-effect' rond kunnen maken. Dit is het effect waarbij iPod-gebruikers uiteindelijk ook Mac-gebruikers worden. (Het Laatste Nieuws, 04/08/2006)