Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 13-08-2021

halfje

betekenis & definitie

1) (1990+) (drugs) ecstasy. Een 'halfje wit' of een 'halfje gesneden' is coke*. Een halfje is ook een bolletje coke van een halve gram, maar op straat meestal veertiende gram.

• Het is jullie toch bekend dat met 'een halfje' in gebruikerskringen XTC wordt bedoeld? (Nieuwe Revu, 31/07/1996)
• Eerst nam je een halfje aan het begin van de avond en de andere helft later in de nacht, maar nou twee hele tegelijk en later nog een keer... (Hans Sahar: Zoveel liefde. 1996)
• Een bolletje 'wit of bruin' of een speedballetje (half-half) is om de hoek al verkrijgbaar, maar ieder heeft zo zijn eigen adresje. (de Volkskrant, 16/03/2002)
• Dynamite! Heb je nog twee halfies, zelfde kwaliteit? Halven zijn bolletjes coke van een halve gram, maar op straat meestal veertiende gram. (Stella Braam: Tussen gekken & gajes. Avonturen in de undercoverjournalistiek. 2003)
Heb je een halfje? Heb je een spiegel? Jij ook een lijn? (Vrij Nederland, 06/06/2015)
• Mijn ideaal is dat iedereen op zijn achttiende verjaardag een xtc-pil krijgt van de overheid. Slikplicht heet dat. Het is namelijk superleuk en gebruik zou juist gestimuleerd moeten worden. Ook laat ik wat vliegtuigen van Pillen Zonder Grenzen een en ander uitstrooien boven alle brandhaarden van de wereld. Daarna willen alle mensen op de wereld met elkaar kroelen, nemen we nog een halfje en schaf ik daarna de dinsdag af. (Tim den Besten: Zou er wifi in de hemel zijn? 2017)
• Bericht: Kan je twee halfjes bij mij brengen om 19u? (Freek van Kraaikamp: Elitepauper. 2018)

2) (19e eeuw) (inf.) halve borrel.

• Een halfje voor den schrik. (Marcellus Emants: Een drietal novellen. 1879)
• Bram staat op; slentert langs de tapkast naar de deur; keert terug; neemt nog een halfje voor de schrale avondlucht, en verlaat dan de kroeg. ... (J.J. Cremer: Romantische werken. 1880)
• Er viel nooit iets op hem aan te merken, dan dat hij wel eens wat sterk ‘bitterde,’ nu eens in de societeit, dan eens in 't koffiehuis. Och! maar daar kon hij wel tegen, en zijn ‘nog een halfje Jan!’ klonk zóó gezellig, zóó goedaardig, dat slechts enkelen 't opmerkten, dat hij 't zoo dikwijls zei. (Justus van Maurik: Met z'n achten. 1883)
• Nog een halfje licht oranje en de editie! - is meneer Willems er al? (Justus van Maurik: Verspreide novellen. 1885)
• 'allefje 2. borrel 1., glaasje sterke drank 1. Het blijft onduidelijk in hoeverre het hier in werkelijkheid ging om een half gevuld - of om een geheel gevuld glaasje. Wul je nog 'n wat? Weljeet, geef mên nog mar 'n 'allefje: wil je nog iets? Welja, schenk mij nog maar een borreltje in! Vermoedelijk gaat het bij dit voornoemd weergegeven 'allefje om een mate van (valse) bescheidenheid; daarbij wordt een half glaasje gesuggereerd terwijl een vol glaasje wordt verwacht. Zie voorts synoniemen als beetje, likje, lorretje 2.,slokje en wellekommetje, ('n - in zê) (Piet Spaans: De spreektaal van de Scheveningse kustbewoners. 2004)