(1907) (Vlaanderen) (sch.) een forse boezem hebben. Syn.: veel hout* voor de deur hebben. Zie ook: oren- en potendag*.
• De Gentenaar, die geerne ziet al wat schoon is, geeft zijn oogen den kost op een meisken, welgemaakt van ooren en pooten. (Lodewijk De Vriese: Gentsche Spreekwoorden en Spreekwijzen. 1907)
• Dat meisje is welgemaakt van ooren en pooten (Gent en Land v. Aalst; ook in West-Vl.). (Alfons de Cock: Spreekwoorden en zegswijzen over vrouwen, de liefde en het huwelijk. 1911)
• Met twee woorden gezegd, lacht hij cynisch: goed van oren en poten. Wat wil je meer. (Hugo Raes: Het jarenspel. 1981)
• Mooie vrouw: een schoon wijf, effenaf een schoon wijf, een beeld van een vrouw, een bloem van een vrouw, een flinke poes, een farm wijf, een pronte vrouw, 'n postuurke van een vrouw. Goed gedraaid van oren en poten. (Jack De Graef: Het Groot Woorden- en Liedjesboek over het Antwerps dialekt. Vierde aangevulde druk. 1981)
• Wat wilde ik nu vertellen? Awel, dat de Zwijger dus kennis had met dat meisje, pas op, een pront meiske, goed voorzien van püten en üren, maar dan op ne keer, ja, zij heeft zich toch wel van kant gemaakt zeker? (Eriek Verpale: Grasland. 1996)
• ‘Er is mij op het hart gedrukt dat de lijkschouwer een vrouw zou zijn,’ zei de dienstdoende magistraat. ‘Lang, slank en goed voorzien van oren en poten.’ (Stan Lauryssens : Dode lijken. 2003)
• Toen alle lichtjes brandden en flikkerden had hij eens fijntjes tussen zijn tanden gefloten want hij had niet alleen geconstateerd dat de dochter van Modest Verreyken goed voorzien was van oren en poten maar hij had ook op zijn televisiescherm gezien dat ze niet in verwachting was van een gewone boreling, maar wel van een tweeling. (Erik Vlaminck: Suikerspin. 2008)
• (Freddy Michiels: Het Groot Sinjorenboek. Deel II: typisch Antwerpse uitdrukkingen en gezegden. 2008) p. 400
• Vladimir Poetin lijkt vastberaden opnieuw president van Rusland te worden, en schakelt daarvoor de grote middelen in. Hij heeft zelfs een heel leger tot zijn beschikking. De Koude Oorlog is echter al een tijdje voorbij, dus deze keer zijn de troepen goed van poten en oren voorziene vrouwen, die beloven kledij stuk te trekken voor de grote leider. (De Morgen, 19/07/2011)
• De waarheid is dat ik me tegenover die verpleegster die erbij stond niet kleinzerig wilde voordoen. Het was een appetijtelijk vrouwmens dat redelijk goed voorzien was van oren en poten. (Erik Vlaminck: Brandlucht. 2011)
Hij heeft een balpen nodig, gaat de gang op en ziet een dikke non. ‘Die is ook goed besteld van poten en oren,’ werpt hij mij zijdelings in zijn beste Deerlijks toe. (Luuk Gruwez: Krombeke retour / Deerlijk Retour. 2011)
• Monique en Jana waren, om een uitdrukking van haar moeder te gebruiken, ‘goed van oren en poten voorzien’, terwijl zijzelf ook in die zin op haar vader bleek te lijken dat ze nog altijd amper borsten had. (Christophe Vekeman: Een uitzonderlijke vrouw. 2012)
• In haar tijd een van de fermste wijven van madame Jamar. Goed voorzien van oren en poten; een stevig fort en een ferm schap en veel volk in hare winkel om zo te zeggen. (Leen van den Berg: Zoon in Congo: zoektocht naar een vader. 2015)
• Maar nu stond daar een vrouw, voorzien van oren en poten en een paradijselijke verticale vouw. (Dimitri Verhulst: Bloedboek. 2015)
• Denise was goed voorzien van oren en poten en de hete bokken stonden in de rij voor haar. (Louis van Dievel: Landlopersblues. 2016)
