Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 09-09-2023

goed bedeeld zijn

betekenis & definitie

(1901) (euf.) (vaak met de toevoeging: door moeder natuur) m.b.t. mannen: een groot geslachtsdeel hebben; m.b.t. een vrouw: grote borsten of mooie benen hebben. Vgl. goed voorzien zijn.

• Het zelfvertrouwen en het aplomb zetelt bij de vrouwen, die minder goed bedeeld zijn door moeder natuur. (Fridolen Marinus Knobel: Dagvlinders. 1901)
• Wie mooie benen heeft moet ze laten zien, wie minder goed bedeeld is draagt gewoon maar een wijde pantalon onder het uh… mini jurkje. (Limburgsch dagblad, 17/03/1969)
• De internationale faam van het Braziliaanse supermodel Gisele Bundchen maar ook de populariteit van goedbedeelde sterren als Pamela Anderson hebben vrouwen het hoofd op hol doen slaan. Er is zo veel werk dat ik deze dagen de operatiekamer niet voor tien uur 'savonds verlaat, verzucht plastisch chirurg Sinesio de Souza. (de Telegraaf, 27/01/2001)
• De beha's van de jaren dertig scheidden en accentueerden de borsten - 'lift and seperate', luidde de slogan van lingeriefabrikant Playtex. De cups werden voorgevormd en stevig doorgestikt zodat ze de boezem de gewenste vorm gaven. En die was: vol, pront, puntig en fier vooruit. Onder leiding van actrice Lana Turner stonden de sweater girls op: meisjes met strakke kasjmier truitjes, die de rondingen goed tot hun recht deden komen. Dit was het moment waarop de eerste 'nepborsten' verschenen: rubberen kussentjes die minder goedbedeelde vrouwen in hun beha konden dragen. (Algemeen Dagblad, 12/01/2008)
• “Je hoeft ook niet altijd gesprekken te voeren”, gaat Deborah voort. “Soms zeg ik gewoon helemaal niets en leg ik meteen mijn hand op zijn boxer. Dan lach ik eens: jij stond ook niet achteraan in de rij toen ze ‘m uitdeelden. Soms is dat ook de teleurstelling: dan heb je iemand verleid en blijkt die niet zo goed bedeeld als je dacht. Maar goed, dat is de enige teleurstelling die je hier kunt tegenkomen.” (Het Nieuwsblad, 14/11/2021)