Wat is de betekenis van Pront?

2024-04-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

pront

monter, duidelijk De kop hooggeheven, de rode keelvlek een vloek in het groen, de zwartwitte kwastvormige kuif pront rechtop: het mannetje van de congopauw, een prachtig dier dat niet verstoord leek door onze aanwezigheid en zijn bestudeerde pose in het licht minutenlang volhield. (Dirk Draulans, De mens van morgen) Als 'pront&...

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

pront

(bn. en bw.) mooi, knap. In het ingeslapen stadje in het meest zuidoostelijke puntje van Limburg op een steenworp van het Nederlandse Maastricht, roddelt de straat zich gek over de drugsdoden. ‘Alsof we in Amerika wonen’, zegt een pront dametje. - DS, 05-03-2003.

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Pront

prompt; fris en stevig; snel; precies; goedzittend; trots

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

pront

1. Van of m. betr. t. zaken en abstracta: vlug en correct (ten gevolge van parate kennis); soms bep.: goed, mooi; een pront antwoord. 2. Van of m. betr. t. pers. (en dieren): wakker, monter, flink; - ook: goed gekleed, netjes. «Ik ben toch niet graag zo’n oud wijfje,» haalde Elvire de neus op. «Zie ik er zo verslenst...

2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

pront

vlug (en korrek), vinnig; stip, noukeurig, presies.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pront

bn. bw. (-er, -st), min of meer gew. naast het gecultiveerde prompt, 1. geredelijk, vlot, snel: tegen pronte betaling, & contant, om gereed geld; 2. stipt, nauwkeurig, precies: hij was pront op tijd; 3. vlug en correct; een pront antwoord; ze had haar vraag pront gekend; 4. welstaand, mooi: een pronte, sierlijk...

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

pront

bn., bw. (Fr prompt; Z.-N. flink, mooi, trots): een pront mens.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pront

bn. en bw. (-er, -st) 1. prompt : -e betaling. 2.mooi, knap : een -e jongen, meid.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pront

bn. en bw. (-er, -st), 1. prompt; 2. (van personen) wakker, monter: een pronte meid; 3. trots, parmantig: en kwiek.