Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 09-02-2024

geheid

betekenis & definitie

(19e eeuw) (inf.) stellig, vast, onmiskenbaar, duidelijk; doorgewinterd. Eigenlijk: zo vast als een huis (op heipalen).

Geheid, (kma. toon. muz.), vast er in zittend, goed. De repetitie ging geheid, d.i. alsof die geheid was. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
Heus Ajax, alles zit geheid. De Ziiidmolukkers loeren alleen op de gelegenheid, om Celtic te ontvoeren. (De tijd, 10/03/1971)
• Gestegen volkstaal is o.a. afgaan ‘een figuur slaan’, belazeren, bietsen, geheid ‘stellig’ ibbel, ‘akelig’, kachel ‘dronken’, kak, met iets kappen, miskleunen, uit de kunst als uitdrukking van waardering, ontiegelijk, pet ‘iets waardeloos’, schnabbel ‘bijverdienste’, dat zit wel snor, op iemand vallen ‘verliefd worden’ (Endt 1972). (Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 90. 1974)
• Drenthe geheid goed. (De Volkskrant, 07/08/1976)
• Op zo'n rapport bleef je vroeger geheid zitten. (NRC Handelsblad, 10/12/1984)
• Een beetje PvdA'er krijgt na vijf minuten Brinkman geheid overal juk. (NRC Handelsblad, 21/09/1990)
• Waagde je het bijvoorbeeld de aanwezigen te confronteren met een begrip als communicatie, ik bedoel communicatie met het publiek, dan werd je geheid door iemand onderbroken met de opmerking dat eerst maar eens moest worden gedefinieerd wat onder die term diende te worden verstaan. (De Gids. Jaargang 1962. 1999)
• Een keten of warenhuis kan immers, als hij van een geheide kaskraker een fiks aantal exemplaren bestelt, wel wat korting krijgen van de uitgever en dan is het wel zo aardig als hij dit voordeeltje kan doorberekenen naar de consument. (Ons Erfdeel. Jaargang 46. 2003)
• Zomaar van zo'n vent jatten is hartstikke stom. Daar let hij te goed voor op, hij pakt je geheid. (Vincent Overeem: Badgasten. In: De Gids. Jaargang 167. 2004)
• Peng kon met zevenmijlslaarzen naar een veelbelovende toekomst hollen, maar hij zou geheid ingehaald worden door het verleden van zijn moeders familie. (Lulu Wang: Wilde rozen. 2014)