Heus
Zie Huso
Nederlandstalige WikiWoordenboek
heus - Bijvoeglijk naamwoord 1. hoffelijk, beleefd heus - Bijwoord 1. werkelijk, echt ♢ Dat gebeurt heus niet! Woordherkomst Via het Middelnederlandse heuvisk afgeleid van hof.
Nederlands woordenboek voor onderwijs
heus - bijvoeglijk naamwoord 1. precies als in de werkelijkheid ♢ is het heus? Bijvoeglijk naamwoord: heus de/het heuse ... Synoniemen echt, natuurlijk, onvervalst, reëel, waar, waarlijk, werkelijk Tegenstellingen...
De Oosthoek is een Nederlandse encyclopedie die in verschillende uitvoeringen is verschenen
bn. en bw. (-er, meest —), 1. hoffelijk, beleefd, welwillend, vriendelijk: een antwoord; heuse antwoorden; een heuse behandeling; (als bw.) op hoffelijke wijze: ik werd er ontvangen; 2. oprecht, trouwhartig: een heuse Vlaming; 3. (vaak in kindertaal) echt: kleine jongens met een heuse sigaar in de mond; hij had nog nooit een — kasteel...
Nederlands woordenboek (7e druk)
bn. bw. (-er, meest—), 1. hoffelijk, beleefd, welwillend, vriendelijk : een heus antwoord; heuse woorden ; een heuse behandeling ; — (als bw.) op hoffelijke wijze : ik werd er heus ontvangen ; 2. oprecht, trouwhartig : een heuse Vlaming ; 3. (in kindertaal of nabootsing daarvan) echt: kleine jongens met een heuse sigaar...
Gerelateerde zoekopdrachten