Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 25-09-2023

gedoogbeleid

betekenis & definitie

(1985) (euf.) het tolereren van misdragingen of wantoestanden.

• De raadsman van de Amsterdammer, mr. J. Knap, had in verband hiermede gevraagd een aantal getuigen uit de dagelijkse politiepraktijk op te roepen om verklaringen af te leggen over het veelbesproken „gedoogbeleid", zoals dat bijvoorbeeld bestaat voor de handel in soft-drugs. (De Telegraaf, 30/08/1985)
• De democratie heeft een bureaucratie nodig om rechtvaardig te kunnen administreren. Kernvraag bij dit alles is in hoeverre een sterk ontwikkelde bureaucratie de democratie nog wel nodig heeft. Huygen, geamuseerd toeschouwer, lijkt zich weinig zorgen te maken. Zonder effectieve controle begint de bureaucratie niet veel. Gedoogbeleid bevalt de auteur beter dan repressie. (Vrij Nederland. Boekenbijlage. 1989)
• Daadwerkelijke controle op de naleving van milieuwetten schiet ernstig te kort door niet adequate vergunningen, onvoldoende prioriteit bij wetshandhavers en door de slechte samenwerking tussen opsporingsdiensten. Daar komt nog bij dat bestuurders soms bewust wantoestanden en strafbare feiten tolereren. Dit noemt men eufemistisch ‘gedoogbeleid’. (Algemeen Dagblad, 01/03/1995)

< >