Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 01-06-2020

derde maat

betekenis & definitie

(19e eeuw) (euf.) de duivel. De angst voor de duivel probeerde men vroeger te bezweren door hem te ridiculiseren. Door hem niet bij zijn echte naam te noemen hoopte men dat hij niet zou verschijnen.

• ... 't is heiligdag, en de boeren zitten in de kroeg bij kaart en kan , — en als het bier in den boer is , vaart de duivel in de ... dat hij suizebolt, en een schop voor de scheenen er bij, terwijl de derde maat hem nog een kan naar den kop slingert. (De oude tijd. 1874)
• Uit taboe-overwegingen vervangt men de naam van God of zijn tegenstrever, de duivel, door een persoonsnaam of een ... (2) Substituten van duivel zijn: boze, derde maat, droelie, droes, droeskop, drommel, drommelskop, drumpel, duiker, ... (Neerlandica Wratislaviensia, Volumes 9-10. 1996)
• (P.G.J. van Sterkenburg: Vloeken. Een cultuurbepaalde reactie op woede, irritatie en frustratie. 2001)