Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 22-04-2020

boeren

betekenis & definitie

1) (2006) (ww.) (Hilversum, radio) (ww.) spreken.

• Boeren: spreken. "Ik moet nog een spot inboeren." (www.uithilversum.nl, dj. jargon. 2006-2009)

2) (1995) (znw.) (politie) (znw.) rechercheurs uit de provincie.

• Een scène op de fabriek, het hoofdbureau van politie te Amsterdam, 1988. Een bespreking van het team, voorloper van het latere IRT, dat jacht maakt op topcrimineel Klaas Bruinsma. Aanwezig: officier van Justitie, tactische recherche, douane, FIOD en rechercheurs die ter assistentie uit de provincie zijn geplukt. In Amsterdam worden ze 'de boeren' genoemd. (HP/ De Tijd, 13/10/1995)

3) (1970+) (sp.) (znw.) vaak: 'boeren van Zuid': minachtende benaming voor supporters van Feyenoord. De term komt van Ajax-supporters, maar wordt eveneens gebruikt door fans van de grotestadsclubs voor clubs uit de provincie (Rob Siekmann: Voetbalwoordenboek, 1978). Als PSV van Ajax wint, zingen ze in Eindhoven: 'De boeren met de poen, die worden kampioen.' Hieruit blijkt dat de benaming is overgegaan als geuzennaam. De angel wordt hiermee uit het scheldwoord gehaald. Zie ook de populaire uitroep ‘O, wat zijn die boeren stil.’

• In hetzelfde absurde maar ingesleten vocabulaire past de betiteling `boeren' voor bijvoorbeeld de supporters van Feyenoord, die het Ajax-legioen in de Rotterdamse Kuip gebruikt. (NRC Handelsblad, 05/09/1986)
• Niets is mooier dan de groene grasmat van De Meer vlak voordat mijn frêle Ajacieden weer eens een paar van die boeren naar huis sturen met een nulletje of 1. (Nieuwe Revu, 08/06/1991)
• De echte Ajacieden, de echte Amsterdammers. Iedereen buiten hun groep beschouwen ze als boeren. (Nieuwe Revu, 16/12/1992)
• Het was in die geest dat ondernemer Robert van der Werf (32) handelde toen hij een symbo-lisch biertreffen tussen supporters van de 'superboeren' en de 'boeren' in een weiland bij Doetinchem wilde organiseren, vlak voor de wedstrijd De Graafschap-Heerenveen van afge-lopen zaterdag. (de Volkskrant, 07/05/1997)
• Binnen elf minuten is het 2-0 voor de 'kut-kanker-boeren'. (HP/ De Tijd, 19/03/1999)
• De scheldwoordenschat in Nederlandse voetbalstadions is ontstellend simplistisch van aard. Iedereen die niet uit de Randstad komt, is een 'boer', supporters van clubs in de buurt van de oostgrens heten 'moffen' of 'NSB'ers', Amsterdammers zijn 'joden' en MVV'ers 'vlaaien'. Omgekeerd hebben supporters van De Graafschap en PSV het woord 'boer' als geuzennaam geannexeeerd, in 'wij zijn superboeren', zoals ook Ajacieden zingen dat ze 'superjoden' zijn. (Elsevier, 09/11/2002)
• Fans van Ajax roepen hun hele leven al dat ze 'superjoden' zijn. Dat heeft niets met racisme of wat dan ook te maken. ''Het is een geuzennaam. Wij zijn er trots op. De fans van De Graafschap noemen zich toch ook superboeren? Heeft daar ooit één boer over geklaagd?''
Bovendien stond er een fout in de column, vindt Peter. Heertje kan namelijk niet goed luisteren. Ajax-fans zouden zingen: 'Wie niet springt, is een jood', maar dat zingen juist de supporters van Feyenoord. ''Wij zingen natuurlijk: 'Wie niet springt, is géén jood'. Zat Heertje soms in een Feyenoord-vak?'' (het Parool, 22/02/2003)
• Morgen is de wedstrijd PSV-Ajax en de supporters hebben de messen alweer geslepen. De Joden tegen de Boeren. Dit keer volg ik het op de televisie. (NRC Handelsblad, 22/03/2003)
• Het huidige elftal kent spelers uit diverse landen en met verschillende achtergronden. In dat opzicht is PSV net zo internationaal als Ajax of Feyenoord. Maar de cultuur van de club is nog altijd onveranderd. 'Het blijven k**-k*****boeren', zingen de aanhangers in de Kuip. Maar als Van Persie dát zou zeggen, heeft hij wél een probleem. (Algemeen Dagblad, 16/04/2004)
• Zonder hoop verliezen we sowieso. Kom op, het vak in. We gaan ze gewoon pakken, die boeren. (Menno Pot: Vak 127. 2014)