Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 12-04-2023

de Zwaan van de Avon

betekenis & definitie

(19e eeuw) bijnaam van de Britse toneelschrijver, dichter en acteur, William Shakespeare (1564-1616). Hij werd geboren in Stratford-upon-Avon in Warwickshire.

• Waar Blair, Shakespeare's landsman nog wel, zoo oordeelt, daar mag men Voltaire niet hard vallen en nog veel minder de talrijke napraters, die beiden ook in ons landje hebben gevonden. Wil men b.v. weten hoe Rhijnvis Feith, de ‘IJselzwaan’, denkt over de zwaan van den Avon, men behoeft slechts de Brieven of de Bijdragen op te slaan om overal oordeelvellingen tegen te komen, die ten doel hadden om uit te maken of Shakespeare boven den regel stond of er onder: of hij voor elk navolger een ‘bovenwerp’ zou blijven of een ‘onderwerp’ worden kon: wat het verstandigst was hem niet te bestudeeren of wel? (De Gids. Jaargang 41. 1877)
• Avon (zwaan van den — benaming van Shakespeare, die (1564) te Stratford-on-Avon geboren werd (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
• zwaan, de vogel gewijd aan Apollo, de god der dichtkunst. Vandaar is zwaan de naam voor een dichter. Pindarus heette de Thebaanse zwaan, Virgilius die van Mantua; Shakespeare de zwaan van de Avon. Bij ons: Vondel, de Agrippijnse of Keulse zwaan. (K. ter Laan: Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid. 1952)
• Shakespeare in Nederland is een braaf boek, een 'n beetje saaie opsomming van alle Nederlandse Shakespeare-vertalingen en voorstellingen tot en met 1986, bijzonder bruikbaar, lijkt me, als naslagwerk, maar geen prettige lectuur voor de niet-anglofiele lezer die niet even hartstochtelijk veel van Shakespeare houdt als Leek, die de door hem bewonderde auteur ook wel ‘de bard’ of ‘de zwaan van de Avon’ noemt. (Vrij Nederland. Boekenbijlage 1988)

< >