Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 29-08-2021

de zee geeft, de zee neemt

betekenis & definitie

(1913) (zeem.) de zee is meedogenloos.

• De zee geeft, de zee neemt, en om te voorkomen dat de zee de levens onzer medemenschen neemt, doet de Zuid-Hollandsche Mij. tot Redding van schipbreukelingen haar hoogen plicht. (Het nieuws van den dag voor Nederlandsch -Indië, 21/11/1929)
• ... helm graven knuistige handen een kelder, waarin de buit voorloopig geborgen wordt. Later komen ze het halen, als de kust veilig is, en er geen douane of militaire politie op den uitkijk staat. De zee geeft, de zee neemt. (Anthony van Kampen: Variaties op 't thema Nieuwediep. 1945)
• De zee geeft, de zee neemt: maar wat zou het eiland zijn zonder koopvaardij en de visserij? (Age Scheffer: Kruistocht om het eiland. 1945)
• De zee geeft, de zee neemt. In Egmond geeft de zee. Een speciaal gerecht n.l. horsmakreel, die daar met mandenvol geraapt kan worden. (Arnhemsche courant, 23/06/1948)
• De Zee geeft, de Zee neemt. Hét is een oude wijsheid, die de mensen van de zeekant berustend erkennen. Maar op de uiterste Zuid-Westpunt van Ameland schünt de zee alleen maar te nemen. Hier schrokt hy met een gulzige onverzadigdheid elk jaar vele meters van het eiland op; hier vreet hü elk jaar voor honderdduizenden guldens uit de begroting van de Rijkswaterstaat; en hier knaagt hij aan de zenuwen van de kerels die een gigantische strüd tegen de duinafslag voeren. (Leeuwarder courant, 26/08/1950)
• De kotter Johanna is met vijf man aan boord in het gezicht van de thuishaven vergaan. In plaats van naar de kerk te gaan moesten de Urker vissers zondagmorgen uitvaren om de slachtoffers te zoeken. Deze week zullen ze weer uitvaren om te vissen. Zo is het de eeuwen door geweest; de zee geeft, de zee neemt. De Urkers weten het. Vandaar wellicht, dat ze 's zondags terug moeten naar hun eiland om hun psalmen te zingen — op het ritme van de baren der zee, het ritme der eeuwen. (Leeuwarder courant, 14/04/1969)
• “De zee geeft, de zee neemt, zei ze. 'Juist, antwoordde ik. (Hermine de Graaf: De zeevlam. 1985)