(19e eeuw) (inf.) de hele rommel, bende. Vgl. de hele santenkraam.
• santepetiek (de hijle) = de heele boel = de heele santenkraam, eigenlijk: santenwinkel. Fransch: boutique = winkel, kraam. (H. Molema: Woordenboek der Groningsche volkstaal, in de 19de eeuw. 1895)
• Santebetik m. z. n., santenkraam n. h. Fr. Sainte boutique, met de ganse —, met den ganschen boel, wie et reilt en zeilt. (C. Breuls: Vademecum handelend over Maastrichtsch dialect. 1914)
• Santenboetiek. m. Heel de boel, alles bij malkaar : ge kunt mij gestolen worden mee heel uwen —. (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1950)
• On est ‘groen’ (bleu), on broebel en français en ik had veel zin om heel de santenboetiek aan mijn laarzen te lappen, ergens de eerste de beste kroeg binnen te lopen en al mijn zakgeld erdoor te jagen … (Paul Brondeel: Ik, blanke kaffer. 1970)
• Ze moeten eens één werkman buitengooien omdat hij gestaakt heeft. Dan branden we de hele santeboetiek af. (Walter van den Broeck: Groenten uit Balen. 1972)
• de haile santeboetieke: de hele zwik, de hele santenkraam, de hele santenboetiek; ook: de bénde va kléptsjes, de bénde va smêrup, de haile klieke. (Roland Desnerck: Oostends woordenboek. 1972)
• Als ze derachter komme, en dat doene ze, nemen ze alles in beslag, de vlet, de netten, de hele santenkraam. (Catalijn Claes: Zilveren zielen. 1978)
• (Jack de Graef: Het Antwerps dialect van dezekestijd tot in de 21e eeuw. 1999. 11e druk)
• Santenboetiek. zn.m. zie VD: santenkraam = kraam waarin men heiligenbeelden verkoopt, (gew.) boel, rommel, alles bij elkaar. Ha-j-is dar mé zanen hiele santenboet ik bötegevlouge. Ha-j-is mé zanen hielen santenboetik in 't slaak gevalle. (H. Diddens: Woordenboek van het Mechels dialect. 1999)
• Ik stond, tot mijn verwondering, opeens te raden naar de kleur van haar poes. De binnenkant, bedoel ik. De twaalf paar lippen en lellen en de rest van de santenboetiek. (Tom Lanoye: Het derde huwelijk. 2006)
• En dan komt de politie, in ware Hollywoodstijl. Met sirenes en heel de santenboetiek. (Stijn Tormans: Verhalen en reportages. 2010)
• De dag daarop, alweer op zaterdag, ving ik opnieuw de tocht aan naar Merelbeke. Bus in, bus uit, Langerbrugge, Gent, Gent-Zuid, Merelbeke, beladen met de hele santenboetiek. (Luc De Vos: Paddenkoppenland. 2014)
