Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 14-03-2022

dat is vers twee

betekenis & definitie

(1941) (inf.) dat is nog niet aan de orde; zover zijn we nog niet.

• En iedere overwinning op dien concurrent vuurt hem aan den volgenden concurrent in de volgende ronde fel te lijf te gaan. ‘Om zijn tempo te regelen’. Ja zeker! Maar dat is de buitenkant van de zaak; dat is ‘vers twee’. (Joris van den Bergh: Mysterieuze krachten in de sport. 1941)
• ‘Als U denkt dat dat mogelijk is’, gaf Truus spontaan terug. ‘Ik verdien het liefst zelf m'n brood. Als ik het zonder steun kan stellen, dan graag! Zaken doen... Het valt te proberen. Maar waar moet ik in gaan handelen en hoe kom ik aan het benodigde geld?’
‘Dat is vers twee’, verkondigde de bezoeker. ‘Mijn opinie is, dat U nog niet zo direkt in aanmerking komt voor uitkering. U bent kapabel genoeg om U er door te slaan. Met een beetje hulp natuurlijk. Zonder handelsgeld begint U weinig. Ik zal adviseren U daaraan te helpen.’ (Willem van Iependaal: De commissaris kan me nog meer vertellen. 1951)
Door deze incidenten dreigt andermaal het principe uit het gezicht te verdwijnen: wat hebben we liever, meer vrije tijd of hoger inkomen (hoe dan ook verdeeld - dat is vers twee). (Hollands Weekblad. Jaargang 3. 1961-1962)
• Tegen een 70-jarige man uit een Zeeuws dorp, die een slepend conflict met zijn buren uit de wereld had geholpen door elders in het land bij een van zijn getrouwde kinderen te gaan inwonen, zei hij op schampere toon: ‘Dat is dan mooi opgelost, maar of die kinderen er zo blij mee zijn... dat is vers twee.’ (Jac. Van Veen: Journalist in de rechtszaal. 1988)