Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 22-04-2020

billenbijter

betekenis & definitie

(1944) (Gent, inf.) borrel; jenever. In Gent werd deze term ook gebruikt voor drinkgeld.

• Voor een borrel bevat onze lijst 80 benamingen tegen 21 bij De Vriese (oude
en nieuwe te zamen): Akwaviva, afzetterke, artevelde, actie; bak, baviaan, bijterke, billenbijter, bobijntje; chasse-calé, champetter; dreupel; ei; fixe en avant; gaai, gans, garde champetter, gendarm, glazen boterham, glazeke van assurantie, goeie, goutte; hard ei, halve scheut, hertepijne, nen Hoorebeke, hessenpikker; kegel, kèwe, klal'e, ko, koele, kooldrager, kwak, kwek, kwakkel, kwiatus, kelkske, kriekske, kerelleke; lampioentje, lanteernke, Jantje, lappe-tsanne, lepel, loeze ; maagzetterke, maatje, martiko, mamme, metserscognac; nijperke; oliepille; ramenast, ratakwak ; pekelharing van 3 sens; sampampel, scheute, schietuit, schiedam, sédentaire, schrapnel; scheerweg, slaapmutseke, slijmsnijerke, siijmstekker, snaps, stokersmastelle; tiet, tsille, twisdrijver ; uitlooperke; vicares, viterke, eene van vijve; wittenbuik; eene van zesse; zierke, zeupe, zuivere. (Oostvlaamsche Zanten, april-mei-juni 1944)
• (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1950)
• (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)
• (Ewoud Sanders: Borrelwoordenboek. 1997)
• Of wat dacht u van: nen billenbijter, een doorspoelijnge, ne fixe en avant, een gloazeke van assurantie, nen glazen boterham... (Nic Balthazar: Wonen en leven in Gent. 1999)
• Dry January is geen dag te vroeg afgelopen. Had echt trek in een afzakker, een borrel, een billenbijter, champetter, druppel, een ei, een foezel, glazen boterham, een gezondmaker. Een lekkere hartversterker, een halfelfje, een happie, een hassebassie. U weet waar ik het over heb, toch? Over indianenwater, jajem, keil, kort nat. Een kleintje, een kissebis, een kwak, lik, lampie. Je weet wel, een mussenverschrikker, een neut, een neurie, een natte deken. Een opfrisser, een oorlam, een over-het-IJ-kijkertje. Een pierenverlakker, een pieterjanus, een poeleloere, een pikketanis. (De Volkskrant, 30/01/2019)