banaan

betekenis & definitie

1) (1937) (Barg, inf.) mannelijk lid, penis. Ook in het Duits en het Frans. Vanwege de vormgelijkenis.

• Banaan: mannelijk geslachtsdeel. (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937)
• Voor een pruim en een banaan, werpt men zijn beurs naar de maan. (Prof. Dr. Stefan Lievens: Graffiti. Handschriften op muren en toiletten. 1984)
• Swingen kan hij ook wel en het liefste wat Marie-Josée doet is swingen maar Marie-Josée kent wel drie of vier kruisingen en Jean-Pierre kent maar één kruising en slowen is gewoon veel plezanter dan kunt ge uw borstkas tegen de tetten van de vrouw drukken en uw banaan tegen haar kut. Jaja. Uw banaan. (J.M.H. Berckmans: Het zomert in barakstad. 1993)
• Faantje Bigi-sensi, die haar bijnaam dankte aan het feit dat ze vaak onder de prijs werkte, kwam aangekuierd, innig gearmd met een collega die achter haar rug stiekem “Ze Eet Ook Hollandse Bananen” werd genoemd. (Clark Accord: De koningin van Paramaribo. 1999)
• Henkie komt meestal direct terzake met onderleggertjes, die zich gretig op zijn enorme 'sierbanaan' storten, zijn 'hout', zijn 'stam', zijn 'trapleuning', zijn 'koekeloeres'. (De Volkskrant, 02/10/2002)
• Jongeheer, paal, potlood, banaan, vlaggenstok en slurf zijn slechts een wilde greep uit de enorme penislijst. En wat te denken van poes, vagijn, pinautomaat, kier en flamoes als synoniem voor het vrouwelijk geslachtsdeel? (Leeuwarder Courant, 23/11/2010)
• Mensen die veel zoenen leven vijf jaar langer. Het Spaanse woord voor penis is pepino (augurk) of butifarra (trekharmonica) terwijl ze in Rusland het geslachtsdeel ook wel chrjen (mierikswortel) noemen. Spanjaarden hebben trouwens de meeste woorden voor piemel. Hoewel... uit de inleiding blijkt dat Nederland ook zijn mannetje staat, van banaan, tampeloeres tot en met Dikkie Dik. (NRC.nl, 03/06/2013)
• (Piet van Sterkenburg: Rot zelf lekker op. Over politiek incorrect en ander ongepast taalgebruik. 2019)

2) (1984) (racistisch scheldw.) kleurling. De term is vooral populair in voetbalstadions. Een ‘bananenhopper (-vreter of -neuker)’ is eveneens racistisch voor een Surinamer of Antilliaan. Het werd al vermeld in het Hollands Maandblad (september 1984).

• Het wordt steeds grover, beamen de anderen. Bij NAC heeft een tegenstander ‘een kop om op te schieten’, bij Feyenoord hanteert men het woord ‘kutkanker’ als adjectief voor ongewenste elementen -kutkanker, Turken, ‘kutkanker joden’ -en op vrijwel alle tribuines heet een kleurling een pleurisnikker, een baviaan, een klere-aap, een kankerneger, een banaan, een vuile koffieboon, een kankeraap. Als Ajax op bezoek komt, gaan de fans van de tegenpartij zingend op ‘jodenjacht’, of bootsen ze met sissende geluiden ontsnappend gas na. (HP/ De Tijd, 23/08/1991)

3) (1987) (televisie) éénvoudige éénpolige stekker.

• Banaan: eenvoudige éénpolige stekker. (Ot Louw: Beeldspraak. Termen uit het film- en videovak. 1987)

4) (1950+) (sch.) bijnaam van de Taunus 12 M. Ook wel: de wereldbol*.

• Ford is een Amerikaans bedrijf, maar het duurt niet lang vooraleer er verschillende filialen in onder meer Europa worden opgericht. Eén daarvan is de Ford Motor Werke AG, die vooral na de Tweede Wereldoorlog een eigen modellengamma met de typering Taunus ontwikkelt. In 1952 verschijnt de populaire Taunus 12M. Hij wordt gekenmerkt door de wereldbol vooraan op de auto en krijgt in België de bijnaam ‘banaan’. (https://magazine.vab.be, ongedateerd)

5) (Amsterdam, inf.) bijnaam van het eilandje tussen de Bosbaansluis en de Bosbaan. Vanwege de vormgelijkenis.

• De Banaan: het water tussen de Bosbaansluis en de witte ophaalbrug naast de Bosbaan. Het eilandje in het water heeft de vorm van een banaan. (https://vriendenamsterdamsebos.nl/bijnamen-als-codes, 22/10/2018)
• Als we “De Banaan” passeren, een zijtak van de Bosbaan, vertel ik haar dat mijn broer, mijn zuster en ik van plan zijn om daar de as van mijn vader uit te strooien. (Harold Hamersma: Onder de rook van de Heineken. Een jeugd in de Pijp. 2020)