Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 12-01-2024

drukken

betekenis & definitie

1) (1906) (Barg.) gevangen zitten. Een drukkerd* is een gevangenisstraf.

• Waar druk je voor: waarvoor zit je gevangen? (Köster Henke: De Boeventaal. 1906)
• Drukken, (Barg.) zitten, gevangen zitten. (Fokko Bos: De vreemde woorden. Derde druk. 1955)
• (Enno Endt & Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974)

2) (1962) (euf., kindertaal) zich ontlasten; poepen. Andere eufemismen hiervoor zijn o.a.: de aarde* met een stippellijntje verbinden; bloempjes* plukken; een grote boodschap* doen; een brief* naar Willem sturen; aan zijn bruine* trui gaan breien; dirken*; Pilatus* zijn offer brengen; poepie* doen; je rug* verlengen; een spijker* uit je rug trekken; zijn vrachtje* lossen.

• Een taalkundige spiegel van de achteruitgang van onze eet- en drinkgewoonten vormt het moderne kinderkamerwoord drukken; deze laatste term veronderstelt immers, dat zelfs voor de kinderen de meest eenvoudige levensverrichting tot een tour de force geworden zou zijn. (J.A. Huisman: Nette en onnette woorden. 1962)
• Maar ik moest écht poepen. Dat hou je niet op. Ik ga zitten drukken tegen die spoordijk aan. (Het Parool, 13/11/1971)
• De woordenschat van de Belgische zesjarige moet, volgens de Nederlandse leerkrachten, dan worden „verrijkt", met bijvoorbeeld: aanrecht, bami, bips, bofferd, coltrui, drol, drop, drukken (poepen), eng (griezelig); gulp, jokken, kaasschaaf, kattig, kliederen, piemel, po, poepen, skelter, spuug, step, stuiver, sufferd, viespeuk en welles. (De Telegraaf, 23/05/1981)
• Even drukken: is dat een eufemisme? Misschien wel ten opzichte van bouten of schijten, tegen kinderen gezegd, maar door de plastische voorstelling van zaken zeker in veel omstandigheden taboe. (Michael Elias: Taboe in taal. 1992)
• Wij poepten niet, wij 'drukten' (toen ik eenmaal studeerde ben ik ongemerkt van drukken overgestapt op het eloquentere ontlasten en toiletteren, en nog later op kakken, bouten, beren en wat voor studentikoze en grove benamingen er meer waren te bedenken). (Ronald Giphart: Mijn vrouw & andere stukken. 2009)
• .... en o, o, o, wat zijn papa en mama trots als je voor het eerst op een grotemensentoilet hebt zitten drukken. (James Worthy: James Worthy. 2011)
• Na het omkleden moest ik opeens heel nodig drukken. Nog steeds als ik zenuwachtig word moet ik drukken. (Marcel Vaarmeijer: Val. 2013)
• Ik kon het Steineronderwijs vergeten en moest naar de Willem van Oranje School met de Bijbel. Daar werd “drukken” een uitvinding van de duivel genoemd en de anus als hellemond gezien. (Rob Hoogland & Arthur van Amerongen: Het grote foute jongensboek. Deel 2. 2019)

3) (1952) (Barg.) verbergen: 'de poet ergens drukken'.

• (Van Dale Modern Bargoens Woordenboek. 2009)

4) (17e eeuw, vero.) (inf.) geslachtsgemeenschap hebben, copuleren.

• (Hans Heestermans: Erotisch woordenboek. 1977)
• (Smibanese woordenboek. 2e druk. 2020)