Wat is de betekenis van beamen?

2024-10-11
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-10-11
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

beamen

Beamen is een term die verschillende betekenissen kan hebben, afhankelijk van de context. Het kan verwijzen naar: - (technologie) het draadloos overdragen van data of informatie van het ene apparaat naar het andere, bijvoorbeeld via Bluetooth of andere draadloze communicatiemethoden. Het kan ook betrekking hebben op het overbrengen van bestande...

2024-10-11
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

beamen

beamen - regelmatig werkwoord uitspraak: be-a-men 1. er ja op zeggen, zeggen dat het klopt ♢ hij beaamde mijn verhaal Regelmatig werkwoord: be-a-men ik beaam jij/u beaamt ...

2024-10-11
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Beamen

Be-amen is natuurlijk: ergens amen op zeggen, met iets instemmen. Amen, het woord waarmee het gebed wordt besloten, is van Hebreeuwse herkomst. Het betekent: voorwaar, het is zo en werd als uitdrukking van bevestiging gebruikt aan het eind van brieven of boeken. Eigenlijk zou het werkwoord moeten luiden: be-amen-en en dat is dan ook de vorm die men...

2024-10-11
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Beamen

v., meistimme.

2024-10-11
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-10-11
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Beamen

(beaamde, heeft beaamd), (eig.) amen op iets zeggen, vandaar : met iets instemmen, er zijn goedkeuring aan hechten, het eens zijn met: wat de spreker daar zeide, beaam ik ; een bewering, stelling beamen ; iets ten volle beamen, geheel en al instemmen met; het program ener partij beamen, die beginselen als de zijne erkennen.

2024-10-11
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

beamen

beaamde, h. beaamd (eig. be-amenen: amen zeggen op iets, instemmen met): iemands meningen beamen.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-10-11
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

beamen

(bə’a:mən) (beaamde, heeft beaamd) [amen] instemmen met, goedkeuren : iemands voorstel -. Syn. toegeven, toestemmen. beaming v.