Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 20-02-2021

aan zijn pik trekken

betekenis & definitie

(1972) (plat) masturberen. 'Iemand aan z'n pik trekken': een man doen klaarkomen.

• Strippoker met Popgroep Sloom, wow. Als dat het geval is, dan is het wel oké verder. Anders moeten we toeren gaan bouwen. Speed, mekaar de kleren van het lijf trekken of onder de tafel aan een ander z’n pik trekken en meer van dit soort grollen. (Nieuwsblad van het Noorden, 13/05/1972)
• Opa begon nu onder de tafel aan zijn pik te trekken. De jongens vielen om van het lachen. Ouwe rukker. (Peter van Kuyk: Hallucinaties. 1983)
• Mooi was ze niet, ze was alleen maar lekker. Maar er was niemand die ooit naar haar toe ging, omdat iedereen het idee had dat ie kansloos zou zijn. Ze kwam wel met je praten, maar met een houding van: ik weet dat je me wilt hebben, maar ga maar lekker aan je pik trekken, want je zal me nooit krijgen. (De Gids. Jaargang 167. 2004)
• Man, je hebt een maandje aan je pik liggen trekken in een cel die zo relaxed is dat mensen zouden betálen om daar een nachtje te mogen chillen. (Saul van Stapele: Witte panters. 2012)