Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ZALF

betekenis & definitie

(Unguentum) is een mengsel van geneesmiddelen van min of meer smeerbare consistentie, dienend voor plaatselijke toepassing op de huid of op slijmvliezen.

Men onderscheidt wel cerata, die bij gewone temperatuur vast of zeer stijf zijn, maar bij lichaamstemperatuur vloeibaar worden, en meestal was, vaste paraffine of cacaoboter bevatten; pastae, stijve zalven, die hun consistentie ontlenen aan poedervormige stoffen; zij dienen tot afsluiting van huid- en wondoppervlakken en tot absorptie van secreta; eigenlijke unguenta, waaronder geneesmiddelen ter behandeling van huidaandoeningen verwerkt kunnen zijn, maar ook middelen, die pas na resorptie werken.

Zij kunnen een beperkte hoeveelheid water bevatten en worden meestal bereid met vetten (reuzel), lanoline (s wolvet) en (of) vaseline ; cremores (cream-zalven) die in de regel veel meer water bevatten, dat in vet geëmulgeerd kan zijn (water in olie-emulsie; omgekeerd kan het vet in het water geëmulgeerd zijn: olie in wateremulsie). Zij dienen als koelzalven, maar bovendien kan men er tal van geneesmiddelen onder verwerken, zoals chemotherapeutica en antibiotica. Tegenwoordig gebruikt men, behalve de genoemde zalfbases, tal van andere geheel of gedeeltelijk synthetische stoffen, zoals cetylalkohol, lanettewas, glycerine monostearaat, emulgide, stearylalkohol en polyaethyleenglykolen. De meeste van deze verbindingen geven emulsiezalven, die gemakkelijk met water zijn af te wassen. Gemakkelijk afwasbaar zijn ook zalven, bereid met stijfselachtige stoffen, tragacanthslijmen, pectine en natriumalginaat.

PROF. DR J. KOK.

< >