Schots dichter (Edinburgh 21 Juni 1813 - Blackhills in Schotland 4 Aug. 1865), werd in 1845 prof. in literatuur aan de Univ. van Edinburgh. Reeds in 1831 gaf hij een bundel gedichten uit.
In 1839 werd hij redacteur van het conservatieve Blackwood’s Magazine. Groot succes oogstte hij met: Bon Gaultier Ballads (1845), waaraan ook Sir Theodore Martin medewerkte en vooral met zijn Lays of the Scottish Cavaliers, die in 1849 gedrukt werden en tal van malen uitgegeven zijn. Ook zijn Schotse balladen, Collection of the Ballads of Scotland (1858), werden met bijval ontvangen. Zijn Firmilian, a spasmodic tragedy (1854) is een zeer knappe parodie, gericht tegen de zgn. Spasmodic School.Bibl.: Poems, Oxford Edition (1921).
Lit.: Th. Martin, Memoir of A. (1867); Miss R. Masson, Pollok and A. (1898).
