wordt de streek aan de Geelvinkbaai (Ned. Nieuw-Guinea) genoemd, die gelegen is tussen de Mamberamo en de Waipoga.
De smalle kuststrook, waar sago- en nipahpalmen welig tieren, telt ca 7500 zielen. In het heuvelland daarachter leven verschillende stammen. In de bossen van dit gebied komen vele damar-complexen voor. Sago wordt zo overvloedig gewonnen, dat zelfs uitvoer naar het naburige eiland Japen plaats heeft.Lit.: G. J. Held, Papoea’s van Waropen (Leiden 1947).