Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

VERCHROMEN

betekenis & definitie

Bij het galvanisch bedekken met chroom onderscheidt men sier-verchromen en hard-verchromen. In beide gevallen past men dezelfde zure baden toe, meestal met 250 g/1 chroomzuur (Cr03), 10 g/l chroomoxyde (Cr203) en 2,5 g/1 zwavelzuur, met anoden van zuiver lood of beter hardlood (met 5-10 pct antimoon), bij ca 50 gr.

C. en een stroomdichtheid van 50 amp./dm2.Het verchromen gaat dus snel, doch niet naar verhouding van de hoge stroomdichtheid, omdat het kathodisch stroomrendement slechts 10-25 pct bedraagt. D.w.z. dat alleen laatstgenoemd percentage van de kathodestroom gebruikt wordt voor chroom neerslaan en de rest voor waterstofontwikkeling. Maatregelen voor stroomafscherming moeten bij chroombaden worden getroffen in verband met de slechte dieptewerking. Zo hangt men bijv. verschillende lepels tegelijk met koperdraden in ramen van dik koperdraad, welke ramen op hun beurt aan de kathodestang worden gehangen, om te bereiken, dat de kom van de lepel inwendig, de randen echter niet te sterk verchroomd worden.

Bij het sierverchromen slaat men uiterst dunne lagen (0,5—5 A) op een gepolijst metaaloppervlak neer om dit de blauwachtig witte kleur van het chroom en een grotere slijtagebestendigheid te geven.

Bij het hardverchromen slaat men sterke dikke chroomlagen neer op ijzer en staalsoorten. Vooral bij edel staal matteert men te voren 1—2 min anodisch in 65-pctig zwavelzuur. Dit geeft een etsing van het oppervlak en daardoor een betere hechting van het chroom en is indirect van invloed op de porositeit van de chroomlaag (z ook galvanotechniek).

< >