Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Thomas GRAHAM

betekenis & definitie

Brits scheikundige (Glasgow 20 Dec. 1805 - Londen 16 Sept. 1869), heeft zich, behalve door tal van onderzoekingen over de explosies van gasmengsels in de mijnen e.d., vooral blijvende naam gemaakt door zijn studie der osmotische verschijnselen, der diffusie door membranen en over de colloïdale toestand der materie. Van hem stamt o.a. de dialysator, een apparaat, waarmee ook thans nog de kristalloïde stoffen van de colloïdale in de oplossing gescheiden worden, op grond van het grote verschil in diffusiesnelheid van beide soort stoffen door een membraan uit varkensblaas of perkamentpapier.

Behalve talrijke verhandelingen in het Journ. of the Chemical Society, schreef hij nog Elements of Chemistry (Londen 1842, herdr. 2 dfn, 1865).Lit.: A. Smith, The life and works ofT. G. (1884); M. Speter, in: Bugge’s Das Buch der glossen Chemiker (1930).

< >