Engels schrijver en staatsman (Londen 13 Juli 1859 - 13 Oct. 1947), werd ambtenaar op een ministerie en in 1885 toegelaten tot „the bar”. Hij was een der oprichters van de Fabian Society, was van 1892-1907 lid van de Londense graafschapsraad en werd hoogleraar aan de London School of Economics and Political Science; ook nam hij actief deel aan de actie van en wetgeving voor de vakverenigingen en de Armenwet.
Van 1922-1924 had hij zitting in het Labour-kabinet (z MacDonald) en in 1929 werd hij minister van Koloniën, tot 1931 en toen verheven tot baron van Passfield. De meeste zijner werken schreef hij te zamen met zijn vrouw, Beatrice Potter (22 Jan. 1858-30 Apr. 1943). Zij schreef zelf: The Cooperative Movement in Great Britain (1891) en Our Partnership (1948).Bibl.: Socialism in England (1890); TheEightHours’Day (met Harold Cox, 1891); The History of Trade Unionism (1894); Industrial Democracy (1898); Problems of Modern Industry (1898); Labour in the Longest Reign (1898); English Local Government; Poor-law Policy (1910); A Constitution for the Socialist Commonwealth of Great Britain (1920); The Decay of Capitalist Civilisation (1921); Engl. Poor-Law History, 3 dln (1927); Soviet Communism, a New Civilisation? (1935).
Lit.: M. A. Hamilton, S. and B. Webb, a Study in Contemporary Biography (London 1933); The Webbs and their Work, ed. by M. Cole (London 1949); M. Cole, Beatrice Webb (London 1945); R.
H. Tawney, B. W. (1946).